Recensie

Piranha 3D (2010)

Horrorregisseur Alexandre Aja is terug met wat best eens de boeken in zou kunnen gaan als de bloedigste film ooit. En het is nog leuk ook.

in Recensies
Leestijd: 1 min 59 sec
Regie: Alexandje Aja | Cast: Steven R. McQueen (Jake Forester), Elisabeth Shue (Julie Forester), Jerry O’Connell (Derrick Jones), Ving Rhames (Deputy Fallon) e.a. | Speelduur: 88 minuten | Jaar: 2010

De Franse regisseur Alexandre Aja steekt zijn voorliefde voor exploitationcinema uit de jaren zeventig niet onder stoelen of banken. Zijn doorbraak Haute Tension (2003) was een brute achtervolgingshorror die herinnerde aan klassiekers als The Texas Chain Saw Massacre (1974). De ijzingwekkende horror werd zijn ticket naar Amerika, waar hij de bloedige remake van Wes Cravens The Hills Have Eyes (2006) maakte, die werd gevolgd door Mirrors (2008), een remake van een Koreaanse horror. Met Piranha 3D levert Aja nu een ode aan de oude monsterfilms. De film zal losjes gebaseerd zijn op Piranha van Joe Dante uit 1978, maar dan wel volledig op Aja’s manier: zeer gewelddadig.

In de openingsscène verwijst de regisseur naar misschien wel de bekendste monsterfilm uit de jaren zeventig: Jaws. Richard Dreyfuss steekt de draak met zijn eigen rol van de onverschrokken visser uit Spielbergs klassieker. Tegen een groep bloeddorstige piranha’s kan hij blijkbaar niet op, want in een mum van tijd is hij tot op het bot aangevreten.

Dit zijn dan ook niet zomaar piranha’s, maar van een prehistorische soort (uitgelegd door Christopher Lloyd in een geestige bijrol). Door een aardverschuiving kunnen de vleesetende vissen uit de oudheid nu eindelijk de mensenwereld (lees: vers vlees) bereiken. Wat volgt is een anderhalf uur durend fantasievol slachtfestijn in 3D.

Aja heeft een paar flinke scheppen bovenop zijn eerdere werk gedaan om de film zo camp mogelijk te maken. Piranha 3D is exploitation in de puurste zin van het woord, want blote borsten en emmers bloed zijn eerder regel dan uitzondering. De film is daarin zo over de top dat het simpelweg een hilarisch tafereel wordt. Een paar keer laat de regisseur zien dat hij bekwaam is in zijn spanningsopbouw, maar dat is nu voor het eerst in zijn carrière een bijzaak geworden. Hij maakt volop gebruik van de 3D-techniek om uiteengereten ledematen en agressieve piranhakoppen zo dicht mogelijk tegen het gezicht van de kijker te drukken.

Piranha 3D laat meer, veel meer, bloed en vleeswonden zien dan de meeste expliciete horrors, maar het wordt nergens martelporno zoals de Saw-serie of Eli Roth’ Hostel. Aja weet waar hij de spanning moet opbouwen en wanneer hij volledig door kan slaan. Het werkt aanstekelijk, maar wel voor mensen met een sterke maag.