Recensie

Inception (2010)

Inventieve en originele actiethriller van de bovenste plank van de maker van The Dark Knight, die zich afspeelt in droomwerelden.

in Recensies
Leestijd: 4 min 16 sec
Regie: Christopher Nolan | Cast: Leonardo DiCaprio (Dom Cobb), Joseph Gordon-Levitt (Arthur), Ellen Page (Ariadne), Tom Hardy (Eames), Ken Watanabe (Saito), Cillian Murphy (Fischer), Marion Cotillard (Mal) e.a. | Speelduur: 148 minuten | Jaar: 2010

Tien jaar geleden brak Christopher Nolan door met Memento, een film over een man zonder kortetermijngeheugen. De kijker werd in het perspectief van de man gezogen doordat de film in korte stukjes achterstevoren verteld werd. Zo wist je nooit wat er vóór elke scène gebeurd was en had je net als de hoofdpersoon geen houvast aan je geheugen. Met Inception keert Nolan terug naar de wereld binnen het brein, niet zozeer door de manier van vertellen maar met het verhaal zelf. Het grootste deel van deze zeer geslaagde actiefilm speelt zich namelijk letterlijk in dromen af.

De werking van de geest was al vaker te zien in Nolan's werk. In Insomnia kan de protagonist steeds minder vertrouwen op zijn eigen hersenen dankzij slapeloosheid en eindeloos daglicht, in The Prestige kijkt Nolan naar hoe mensen zichzelf en anderen voor de gek kunnen houden en in zowel Batman Begins als The Dark Knight behandelt hij de collectieve geest, emotie en hoe ideeën en concepten daarin geplant kunnen worden. Dit laatste thema keert op een andere manier terug in Inception.

Dom Cobb is een meester in het creëren van droomwerelden en kan met die gave ook dromen van anderen infiltreren. Hij wordt gevraagd om via deze dromen een idee te planten in het brein van een jongeman, die op het punt staat een enorm internationaal bedrijf te erven. Voor deze uiterst illegale operatie stelt hij een team van experts samen. Naast zijn vaste partner Arthur, die de details verzorgt, huurt hij dief en vervalser Eames in, droomarchitect Ariadne en scheikundige Yusuf (die het brouwsel heeft waardoor iedereen in een slaap kan komen die precies diep genoeg is). Opdrachtgever Saito gaat ook mee.

Deze opbouw van het verhaal verschilt nauwelijks van andere films over roofovervallen. De verdere ontwikkeling is, als je die volledig terugbrengt tot de absolute basis, verder ook niet bijster origineel. Nolan gebruikt deze wat traditionele basis echter om los te kunnen gaan met zijn ideeën over dromen en de realiteit van droomwerelden. Zo maakt hij een wel degelijk inventieve actiethriller die desondanks prima te volgen is zolang je goed blijft opletten.

De gebruikelijke wetten der natuur en logica zijn namelijk niet helemaal van toepassing op de droomwereld. Gebouwen en straten kunnen naar wil vervormd worden en je kunt als je wilt rondjes blijven lopen op een oneindige trap van M.C. Escher. Bij infiltratie van andermans droomwereld is het echter van belang dat diegene er zich niet van bewust wordt dat hij of zij droomt. Het hele idee is dat terwijl je droomt, je de droomwereld ervaart als realiteit. Want zolang je denkt dat je niet droomt, kunnen je ook geen infiltranten in je droomwereld detecteren.

Dromen hebben nooit een duidelijk afgebakend begin en einde. Een droom start ergens middenin. Je weet niet hoe je ergens gekomen bent, je bent er gewoon al. Nolan begint daarom regelmatig scènes in media res, zodat je als kijker nooit helemaal zeker weet of je nu nog in de werkelijkheid zit of al in een droom - behalve dan in de gedeeltes van de film waarvan je zeker weet dat ze in een droom spelen. Om te compenseren voor de desoriëntatie dat het droomconcept van Nolan met zich meebrengt, wordt alles netjes door de personages uitgelegd. Ruimte voor eigen interpretatie is er pas helemaal aan het eind. Voor hen die moeite hebben met de film volgen is dat ongetwijfeld meer dan welkom, maar voor anderen kan het mogelijk irritant uitleggerig zijn. Maar misschien is dat een node voor een intelligente grote Hollywoodfilm die het van zijn ingewikkelde concepten moet hebben.

Minder uitleg zou ongetwijfeld poëtischer zijn of een esoterische film opleveren. Daar trek je echter geen volle zalen mee. Inception doet dat vooralsnog wel, omdat Nolan een uitstekende showman is die heel goed weet hoe de kijker te manipuleren. Het resultaat is een indrukwekkende, enerverende actiethriller, ondanks dat de actiescènes zelf lang niet zo bijzonder zijn. Slechts eenmaal worden de mogelijkheden van de droomwereld uitgebuit, in een sequentie waarin o.a. de wetten van de zwaartekracht telkens veranderen (wat binnen de interne logica van de film volkomen logisch is). De rest maakt minder indruk, op een goed uitgevoerde achtervolging in het begin na. Daarom is het maar goed ook dat de wat conventionele actie in latere stadia vooral ter ondersteuning van de plot dient.

Inception maakt indruk met de verbeelding van droomwerelden die het gevoel geven dat alles mogelijk is – hoewel dat eigenlijk helemaal niet zo is. De fantastische voorstelling is gebonden aan een aantal conventies van het actiethriller genre en is op sommige vlakken daardoor vrij voorspelbaar. Deze basisstructuur is nodig voor een gevoel van coherentie en logica in de droomwerelden waar Nolan, zijn personages en uiteindelijk wij kijkers steeds dieper in duiken. Tussen al de afgezaagde remakes, reboots en vervolgen deze zomer (met uitzondering van Toy Story 3) is Inception een originele verademing die daadwerkelijk iets nieuws brengt.