Het project kwam echter moeilijk van de grond. Clint Eastwood haakte af, Sam Peckinpah botste met de studio, en de regiepost bleef leeg. Redford benaderde toen zijn vriend en eerdere regisseur Sydney Pollack, maar zelfs hij had zijn twijfels over het project.
Botsing
Pollack negeerde Redfords telefoontjes, twijfelend aan zijn betrokkenheid. "Ik was woedend," zei Redford later. "We hadden elkaar beloften gedaan." Uiteindelijk haalde hij Pollack over met de woorden: "Don't fuck me around. Je weet dat we deze film moeten maken."
Zelfs met Pollack aan boord bleven de problemen zich opstapelen. Er waren eindeloze castingsessies, hevige discussies over het budget, en extreme weersomstandigheden die de opnames bijna onmogelijk maakten. De post-productie duurde uiteindelijk meer dan zeven maanden.
Discipline
Tussen de eerste draaidag en de bioscooppremière zat bijna twee jaar. Redford bleef echter volhouden, ondanks de druk van de studio en de zware fysieke omstandigheden op de bergachtige sets in Utah. De film werd langzaam maar zeker zijn persoonlijke gevecht.
Toen Jeremiah Johnson in 1972 uiteindelijk uitkwam, bleek het een onverwacht succes. De film, die $3 miljoen kostte om te maken, bracht meer dan $30 miljoen op en werd geroemd om zijn sobere, rauwe stijl en Redfords intense acteerprestatie.
Geslaagd eindproduct
De productie van Jeremiah Johnson was misschien een hel, maar het resultaat werd een cultklassieker. Wat begon als een passieproject onder barre omstandigheden, groeide uit tot een film die Redfords status als serieuze acteur en volhouder definitief bevestigde.