Regisseur Sergio Leone wilde namelijk liever James Coburn casten als de mysterieuze revolverheld, maar diens vraagprijs van $25.000 was simpelweg te hoog. Eastwood was wél betaalbaar met zijn bescheiden salaris van $15.000, op een totaalbudget van zo'n $200.000.
Productie
A Fistful of Dollars werd opgenomen in Spanje als goedkope remake van Akira Kurosawa's Yojimbo, maar kreeg een Europese westerntwist die het genre zou veranderen. Leone gaf de film een stijlvol, trager tempo, met close-ups en lange stiltes die juist spanning opbouwden.
De Italiaanse regisseur was aanvankelijk sceptisch over Eastwood. Hij zag in de acteur uit Rawhide vooral een fysieke aanwezigheid. Toch raakte hij gefascineerd door Eastwoods lome manier van bewegen, die hem deed denken aan een kat, precies wat de film nodig had.
Lastig script
Eastwood moest wel even slikken toen hij het script las. Het was in gebrekkig Engels geschreven door Italianen zonder veel gevoel voor western-taalgebruik, wat zorgde voor bizarre, haast surrealistische dialogen. Toch voelde hij dat deze Europese aanpak iets fris kon brengen.
De gok pakte uitstekend uit. A Fistful of Dollars werd in 1964 uitgebracht in Europa en pas drie jaar later in de VS, waar de film uiteindelijk $19,9 miljoen opbracht. Het succes legde de basis voor twee iconische vervolgen: For a Few Dollars More en The Good, the Bad and the Ugly.
Latere carrière
Eastwood groeide dankzij de trilogie uit tot een internationale ster. Het "Man with No Name" personage werd legendarisch en opende de deuren voor zijn latere werk als regisseur. Zijn terughoudende stijl werd zijn handelsmerk, stoïcijns, dreigend en onverzettelijk.