Zelfs een doorgewinterde horrorkenner als Stephen King is soms niet te stoppen, ook al weet hij vooraf dat een film vreselijk gaat zijn. Voor de crossover Freddy vs Jason (2003) wist King precies wat hij kon verwachten, en dat was niet veel goeds.

Toch liet hij zich niet tegenhouden. "Ik weet in mijn hart dat het vreselijk wordt, maar ik zal er toch zijn," schreef hij in Entertainment Weekly. Voor hem was het de horrorversie van junkfood: je weet dat het slecht is, maar je wil het tóch.

Verslaving
Hij vergeleek het kijken van zulke films met het najagen van een verslaving. "De angst die een goede horrorfilm opwekt is als een drug," stelde hij. "En zelfs als de high al lang weg is, blijf je zoeken naar die ene film die het wél weer doet."

Ironisch genoeg werd Freddy vs Jason de best verdienende film binnen beide franchises. Met een budget van $30 miljoen bracht de film wereldwijd ruim $116 miljoen op. De regie was in handen van Ronny Yu, die eerder ook Bride of Chucky maakte.

Lage verwachtingen
Het publiek wist wat het kon verwachten: veel bloed, weinig verhaal. Maar het idee van deze ultieme confrontatie was te aantrekkelijk voor horrorfans wereldwijd. Ook al was het eindproduct een "opzetje dat alleen een studioboekhouder kan verzinnen", zoals King het formuleerde.


King keek met gemengde gevoelens terug. Hij hoopte stiekem dat de film verrassend goed zou zijn, maar zijn verwachting kwam uit: "Het is slecht, maar ik wilde het meemaken." En hij was daarin zeker niet de enige.

Cultureel succes
Freddy vs Jason was geen meesterwerk, maar wel een cultureel moment. Voor horrorjunkies zoals Stephen King was het geen optie om het te missen. Zoals hij zelf zei: "Ik stond vooraan in de rij."