Rooie westerns ook mooie westerns

Achter het IJzeren Gordijn maakte men ook westerns, en daar zaten ook nog eens een heleboel goede tussen.

We weten allemaal wel wat de Amerikaanse western is, en we zijn ook bekend met de spaghettiwestern. Maar wat is de zogenaamde 'red western'? Daar is geen eenduidig antwoord op, zo blijkt uit het gelijknamige filmprogramma op het IFFR. Je hebt sauerkrautwesterns uit de DDR, wat eigenlijk indianenfilms zijn, easterns zijn westerns uit Oost-Europa die eigenlijk slechts in structuur westerns zijn en hetzelfde geldt min of meer voor de red western uit de Sovjet-Unie, die zich doorgaans tijdens of na de Russische burgeroorlog afspelen. Wel zie je in alle soorten het communistische gedachtegoed terug, hoewel er zo nu en dan ook juist subversieve kritiek op bepaalde regimes of ideeën in verborgen zit.

Het begint allemaal in de jaren twintig met de 'red westerns' in een Sovjet-Unie waar nog Amerikaanse westerns vertoond mogen worden. Het programma opende afgelopen zaterdag feestelijk met The Extraordinary Adventures of Mr. West in the Land of the Bolsheviks uit 1924, dat begeleid werd door het Metropole Orkest dat nieuw gecomponeerde muziek speelde. In de jaren dertig wordt de Amerikaanse western onder Stalin verboden als decadent en contra-revolutionair, hoewel hijzelf groot fan was van John Wayne en privé veel westerns verslond. Als antwoord op de Amerikaanse films werd op zijn suggestie het zeer populaire Thirteen gemaakt in 1934.

Net als in Italië barst de red western pas echt los in de jaren zestig, mede door het succes van The Magnificent Seven, de enige Amerikaanse western die na lange tijd weer eens tot Oost-Europese landen doordrong. Verder kende men in Tsjechoslowakije en de Sovjet-Unie alleen de Tsjechoslowaakse westernparodie Lemonade Joe (1964), hoewel het publiek niet doorhad dat het naar een parodie zat te kijken – de mensen kenden het bronmateriaal immers niet. Lemonade Joe is een vertegenwoordiger van het drankje Kolaloka die in 1885 in Stetson City de strijd aangaat met een alcohol serverende saloonhouder en diens kompanen. Veel slapstickscènes met vrolijke muziek, absurde kleurenfilters, onmogelijke vuurgevechten en een schurk die graag hout eet. Dolle pret, maar wel wat repetitief.

[rating 3.5]

Een ander groot succes was White Sun of the Desert (1969), die ook in het westen enige cultstatus geniet. Een echte Sovjetfilm waarin onder andere de vraag wordt gesteld of oostwaartse expansie van de Sovjetcultuur wel wenselijk is. Sukhov is de held wiens witte shirt nooit echt vies wordt. Het westernaspect is terug te vinden in de woestijnsetting, de onverstoorbare held, de vijanden te paard en de onvermijdelijke shoot-out aan het einde. Geen cowboyhoeden hier, dit is Centraal-Azië anno 1923. Ook hier weer veel humor, maar wel van een ander soort. Een beetje knullig, maar dat heeft ook wel weer zijn charme.

[rating 3.5]

Het Litouwse No One Wanted To Die (1966) is eigenlijk toch een ander soort film, waarin het westernaspect zich vooral laat gelden in het stoffige stadje en onheilspellende omgeving, en wederom de shoot-out als finale. De film speelt na de Tweede Wereldoorlog en gaat over de communisten die het verzet tegen de nieuwe heersers moesten neerslaan. Maar eigenlijk gaat het gewoon over vier broers die wraak willen omdat hun vader vermoord is. Ondanks dat de verzetslieden de schurken en de moordenaars zijn, wordt toch stiekem gesuggereerd dat al dit geweld het gevolg is van de nieuwe machtsovername. En dat was toen ontzettend gewaagd.

[rating 3.5]

The Law and the Fist (1964) vindt rond dezelfde tijd plaats, maar dan in Polen. Kenig gaat mee met een expeditie naar een klein, verlaten stadje om dat weer bewoonbaar te maken. Eenmaal daar aangekomen blijkt de rest echter vooral een zo groot mogelijke buit mee te willen nemen, en dat gaat tegen Kenigs patriottistische en sociale inborst in. Die waardevolle kunst is van de mensen! De wederom onvermijdelijke shoot-out in de verlaten straten nadat niemand van de groep Kenig wilde helpen doet een beetje denken aan High Noon. Daarvoor is de film af en toe wat traag en heeft het weinig weg van een western. Wel is het een sterk na-oorlogs drama met mooi zwart-wit camerawerk waarin geweld opnieuw als grootste kwaad wordt genoemd.

[rating 4]

Chingachgook: Die Große Slange (1967) is een typische sauerkrautwestern, een Duitse productie die in Joegoslavië werd opgenomen waarin een indiaan de held is en de westerlingen wrede schurken zijn. De film is even schematisch en eenduidig als de oude westerse cowboyfilms waarin de indianen eendimensionaal slecht waren, maar biedt toch op geheel eigen wijze een perspectief dat je niet zo vaak ziet in het genre. De Duitse spraak voegt samen met onder andere een indianendans uitgevoerd door een Duits balletgezelschap een flinke dosis knulligheid toe, maar dat is eigenlijk just grappig. Op andere momenten wordt dan weer scherpe kritiek op westers expansionisme geleverd.

[rating 3.5]

Dit is slechts een kleine greep uit de films die onder de noemer Red Western in Rotterdam draaien. Zo zijn er ook Bulgaarse, Roemeense en Oezbeekse films te zien. Vele daarvan worden de komende dagen nog eens vertoond en zijn vaak nog niet uitverkocht.

NieuwsFilm

meest populair