Als je Avatar: The Way of Water in de bioscoop hebt gezien is het je misschien opgevallen dat sommige scènes een beetje vreemd uitzien. Je dacht misschien: "waarom beweegt alles zo snel en waarom word ik misselijk als ik te lang naar het scherm kijk?" In dit artikel leggen we je uit hoe dat komt.

De nieuwe film van James Cameron maakt gebruik van een techniek die HFR (high frame rate) heet. Wat is high frame rate vraag je je misschien af. Dat leg ik je nu uit in een klein lesje filmtechniek.

high frame rate uitgelegd
Als je kijkt naar een film denk je dat je naar een bewegend beeld kijkt, maar in feite is dit niet waar. Een film bestaat uit heel veel losse beelden, of frames, die heel snel achter elkaar worden afgespeeld waardoor de illusie van beweging ontstaat.

Normaal gesproken wordt een film opgenomen en afgespeeld in 24fps, dat wil zeggen 24 beeldjes per seconde. Dit geeft een film de 'filmische look' die je gewend bent. Maar Avatar: The Way of Water is grotendeels opgenomen in 48fps, dus 48 beeldjes per seconde. Dat zijn dus 2 keer zoveel beelden per seconde als een normale film.


Bekijk de afbeelding

Hyperrealisme
Die extra beelden hebben het effect dat alle bewegingen veel soepeler zijn. Hoe meer frames per seconde een film gebruikt hoe realistischer alles er uit ziet. Sommige bezoekers zijn fan van het 'hyperrealisme' dat dat deze techniek biedt maar anderen krijgen er hoofdpijn van.

Cameron gebruikte de techniek niet voor alle scènes in de film. Alle scènes onderwater en de meeste actiescènes zijn gefilmd met HFR, en de kleinere scenes en close-ups niet. Dit betekend dat de film constant wisselt tussen 24 beelden per seconde en 48 beelden per seconde. En dat is de reden dat de film er soms een beetje vreemd uitziet.

Avatar: The Way of Water draait nu in de bioscoop. Mocht je de film niet in HFR willen zien, zoek dan een versie die niet in 3D is. De high frame rate wordt alleen maar gebruikt bij de 3D-versie van de film.