Documentaire over de wereldberoemde Argentijnse Formule 1-coureur is niet vooruit te branden.
Juan Manuel Fangio was de koning van de Formule 1 en won vijf wereldkampioenschappen in de vroege jaren 50, voordat de veiligheid een belangrijke rol ging spelen.
Regie: Francisco Macri | Scenario: Luciano Origlio en Rodrigo H. Vila | Speelduur: 92 minuten | Jaar: 2020
De Argentijn Juan Manuel Fangio - kortweg Fangio genoemd - domineerde vroeger elk circuit, waar ook ter wereld. Hij geldt als de beste Formule 1-coureur aller tijden. Ongekend groot was de rivaliteit op de racebaan, waar hij steevast de koppositie pakte en zijn concurrenten de geur van verschroeid rubber liet ruiken. Daarbuiten was Fangio gewoon een aimabele vent. Bijna vijfentwintig jaar na zijn dood wordt de Zuid-Amerikaanse snelheidsduivel nog steeds door zowel vrienden als vijanden overladen met superlatieven. Hij was een legende, een mythe, de 'godfather' van de autosport. Mooie woorden, maar op stroop kun je een motor niet laten warmlopen.
De openingsbeelden maken aanvankelijk nog best een beetje nieuwsgierig naar de achtergrond en beweegredenen van de Formule 1-grootheid, die vijfmaal wereldkampioen werd in de jaren vijftig. Race-experts vertellen hoe bijzonder die overwinningen zijn geweest, want het maakte kennelijk geen donder uit in wat voor wagen Fangio reed. Of het nou een Ferrari, Maserati of Mercedes was: Fangio pakte de beker. Wie was de man achter deze grootse sportprestaties? Daar geeft de Netflix-documentaire A Life of Speed: The Juan Manuel Fangio Story bijna geen antwoord op, helaas.
