De film Oppenheimer van Christopher Nolan heeft hoge ogen gegooid in de bioscoop dit jaar. Mede door het Barbenheimer-fenomeen, waarbij mensen dezelfde dag zowel de Barbie film als Oppenheimer kijken, haalde de film ook nog eens bijna een miljard op aan de wereldwijde bioscoopkassa's.

Het contrast tussen de Barbie-film en Oppenheimer kan echter niet groter zijn. Barbie is een vooral zorgeloze komedie, een film die je tijdelijk je problemen laat vergeten en je goed doet voelen. Oppenheimer aan de andere kant vertelt het verhaal over de sombere kant van de mensheid, en niets legt daar meer de nadruk op dan het einde van de film.

Atoomoorlog
Aan het eind van de film deelt Oppenheimer zijn zorgen met Albert Einstein over dat de atoombom die hij heeft uitgevonden ooit de wereld zal vernietigen. Een sombere gedachte om mee te eindigen. Nolan heeft in een interview aangegeven hoe hij bij deze conclusie kwam.

"De redenatie die ik gebruik is heel simpel. Er is een kans op een atoomoorlog omdat meerdere landen in het bezit zijn van deze bommen. Op een oneindige tijdlijn is het onvermijdelijk dat het een keer gebeurt," aldus Nolan.

Barbenheimer
Als Nolan's theorie klopt, dan kunnen we enkel hopen dat het nog minimaal zo'n honderd jaar duurt voor die doemsdag voorbij komt. Tot die tijd kunnen we hopelijk blijven genieten van meer films als Barbie en Oppenheimer.