In een interview met GQ noemde Pacino De Niro's vertolking van bokser Jake LaMotta in Raging Bull (1980) "een van de beste acteerprestaties in de filmgeschiedenis." Hij prees zijn vriend met de woorden: "Alles wat Bob doet is ongelofelijk... zo ongeveer alles wat ik ooit van hem zag."
Knappe prestatie
Voor de rol in Raging Bull las De Niro LaMotta's autobiografie en stelde het filmidee voor aan Martin Scorsese. De regisseur twijfelde eerst, maar ging na een bijna-doodervaring toch overstag. Het resultaat werd een van de rauwste en meest intense sportfilms ooit gemaakt.
De Niro's prestatie werd beloond met een Oscar voor Beste Acteur. Hij kwam meer dan 25 kilo aan om LaMotta ook op latere leeftijd geloofwaardig neer te zetten. De film werd met een bescheiden budget van $18 miljoen opgenomen, maar groeide uit tot een cinematografisch meesterwerk.
Bijzondere productie
Scorsese stelde dat de film "niet over boksen ging, maar over schuld, zonde en de zoektocht naar verlossing." De zwarte-witbeelden, de trage shots en de indringende soundtrack maakten van Raging Bull een visueel gedicht over zelfvernietiging en masculiene kwetsbaarheid.
Pacino benadrukte dat hij De Niro's aanwezigheid al vanaf het eerste moment voelde: "Hij deed niets bijzonders, hij liep gewoon, maar je voelde iets." Hun gedeelde geschiedenis begon eind jaren '60 en werd door de jaren heen alleen maar sterker.
Betere keuze
De Niro zelf koos The Godfather als zijn favoriete Pacino-film. Hij gaf toe ooit auditie te hebben gedaan voor Pacino's rol, en hoewel hij die niet kreeg, was hij achteraf opgelucht dat zijn vriend het deed: "Hij was uniek, speciaal en niemand had dat beter gedaan."