James Bond moet altijd geloofwaardig gevaarlijk zijn, of hij nu een schurk uitschakelt in een vulkaan of met een lasergeweer rondzwaait. Toch verschilt elke Bond-generatie sterk in uitstraling. Daniel Craig bracht brute intensiteit, terwijl Sean Connery charme combineerde met een harde rand.
Roger Moore daarentegen vertegenwoordigde een lichtere, speelsere Bond, minder intimiderend maar altijd stijlvol. Wanneer producenten een nieuwe 007 zoeken, kijken ze naar alles: charisma, leeftijd, houding en zelfs lengte. Zo vielen kandidaten ooit af omdat ze te jong, te oud of te controversieel waren.
Eerste stappen
Lewis Collins, geboren in 1946 in Cheshire, leek op het eerste gezicht geen typische Bond-kandidaat. Hij won als peuter een schoonheidswedstrijd, speelde muziek en werkte zelfs als kapper. Later schopte hij het tot acteur, met rollen op toneel, tv en het witte doek.
Zijn doorbraak kwam in 1977 met The Professionals, een populaire Britse actiethriller. Daarin speelde hij Bodie, een agent met een "licence to use any means necessary", een stuk ruiger dan Bond destijds. Toch werd zijn combinatie van charme, humor en stoerheid vergeleken met die van 007.
Nieuwe keuze
Toen Roger Moore overwoog om na vijf Bond-films te stoppen, dachten de producenten aan Collins voor Octopussy. Hij had het uiterlijk en de koelbloedigheid voor de rol, en veel fans zagen hem als een logische opvolger. Maar achter de schermen werd al snel een ander oordeel geveld.
Producer Cubby Broccoli vond Collins simpelweg te intimiderend. Zijn uitstraling paste volgens hem totaal niet bij de luchtige, bijna parodistische Bond-stijl van die tijd. De franchise was nog lang niet klaar voor een hardere, grimmigere interpretatie van 007.
Ander pad
Uiteindelijk keerde Moore toch terug en verdween Collins' kans op de beroemde smoking. Toch blijft hij een van de meest intrigerende "bijna-Bonds" uit de geschiedenis, juist omdat hij te stoer werd bevonden. Met de Craig-era werd later duidelijk dat de wereld wél klaar was voor een ruigere Bond, alleen Collins kwam net te vroeg.
Roger Moore daarentegen vertegenwoordigde een lichtere, speelsere Bond, minder intimiderend maar altijd stijlvol. Wanneer producenten een nieuwe 007 zoeken, kijken ze naar alles: charisma, leeftijd, houding en zelfs lengte. Zo vielen kandidaten ooit af omdat ze te jong, te oud of te controversieel waren.
Eerste stappen
Lewis Collins, geboren in 1946 in Cheshire, leek op het eerste gezicht geen typische Bond-kandidaat. Hij won als peuter een schoonheidswedstrijd, speelde muziek en werkte zelfs als kapper. Later schopte hij het tot acteur, met rollen op toneel, tv en het witte doek.
Zijn doorbraak kwam in 1977 met The Professionals, een populaire Britse actiethriller. Daarin speelde hij Bodie, een agent met een "licence to use any means necessary", een stuk ruiger dan Bond destijds. Toch werd zijn combinatie van charme, humor en stoerheid vergeleken met die van 007.
Nieuwe keuze
Toen Roger Moore overwoog om na vijf Bond-films te stoppen, dachten de producenten aan Collins voor Octopussy. Hij had het uiterlijk en de koelbloedigheid voor de rol, en veel fans zagen hem als een logische opvolger. Maar achter de schermen werd al snel een ander oordeel geveld.
Producer Cubby Broccoli vond Collins simpelweg te intimiderend. Zijn uitstraling paste volgens hem totaal niet bij de luchtige, bijna parodistische Bond-stijl van die tijd. De franchise was nog lang niet klaar voor een hardere, grimmigere interpretatie van 007.
Ander pad
Uiteindelijk keerde Moore toch terug en verdween Collins' kans op de beroemde smoking. Toch blijft hij een van de meest intrigerende "bijna-Bonds" uit de geschiedenis, juist omdat hij te stoer werd bevonden. Met de Craig-era werd later duidelijk dat de wereld wél klaar was voor een ruigere Bond, alleen Collins kwam net te vroeg.
