Interview met Ben Sombogaart

In gesprek met regisseur Ben Sombogaart over De Storm, de langverwachte film over de watersnoodramp van 1953.

Elf miljoen, zes miljoen en zesenhalf miljoen euro, dat zijn de budgetten die regisseur Ben Sombogaart tot zijn beschikking had voor zijn laatste films Kruistocht in Spijkerbroek, Bride Flight en De Storm. Het maakt Ben Sombogaart tot de enige Nederlandse regisseur op dit moment die er keer op keer in slaagt een miljoenenbudget bij elkaar te sprokkelen in het moeilijke Nederlandse filmklimaat. Zijn laatste project, De Storm, is de langverwachte film over de watersnoodramp van 1953. Het verhaal draait om de Zeeuwse Julia, een jonge, ongehuwde moeder die gescheiden raakt van haar baby tijdens de watersnoodramp. Samen met luchtmachtsergeant Aldo gaat ze op zoek naar haar kind en is getuige van de enorme ravage die de storm in Zeeland heeft aangericht.

Wat zijn uw eigen herinneringen aan de watersnoodramp?

Ik was zes jaar in 1953, dus ik heb er niet zo heel veel herinneringen aan, maar ik kan me wel goed herinneren dat we met het hele gezin om de radio zaten en luisterden naar de verslaggever die over het getroffen gebied vloog en heel plastisch en merkbaar geschokt vertelde wat hij zag. Zijn stem sloeg ook helemaal over en dat was in die tijd, waarin verslaggevers zo neutraal mogelijk moesten blijven, erg apart. Dan weet je wel dat er iets goed fout zit.

Waarom heeft het zo lang geduurd voordat er een film werd gemaakt over de watersnoodramp?

Ik denk dat er twee belangrijke redenen voor zijn. Ten eerste is het heel ingewikkeld om die ramp realistisch na te bootsen. Je moet, als je een geloofwaardig en grootschalig verhaal wil vertellen, laten zien hoe het water grote hoeveelheden land opslokt en daar heb je dure speciale effecten voor nodig die pas de laatste jaren wat goedkoper zijn geworden. De tweede reden is dat de watersnoodramp nog steeds erg gevoelig ligt in Zeeland. Het heeft zo’n grote invloed gehad op duizenden mensen die familieleden hebben zien verdrinken en huis en haard hebben verloren dat mensen in dat gebied het nog steeds moeilijk vinden dat die hele geschiedenis weer wordt opgerakeld. De heersende mening in de getroffen gebieden was dat de ramp gezien moest worden als een straf van God. Zo was het, en daar moest je verder niet meer bij stil staan. Je moest het accepteren en verder gaan met je leven. Bij oude mensen in Zeeland is dat gevoel er nog steeds en daarom vond niet iedereen het een goed idee dat er een film, die de gebeurtenissen noodgedwongen moet dramatiseren, werd gemaakt.

Bij een film over de watersnoodramp lijkt het me lastig om te balanceren tussen de verantwoordelijkheid die je als filmmaker hebt om de slachtoffers niet voor het hoofd te stoten, en de nodige creatieve vrijheid om je verhaal te kunnen vertellen.

Ik heb al een aantal films gemaakt die gaan over historische gebeurtenissen en daar moet je altijd voorzichtig mee om gaan. Je kan je niet te veel vrijheden permitteren terwijl je wel een verhaal moet vertellen dat het publiek interesseert. Bepaalde zaken moet je dus dramatiseren en romantiseren. We zijn er bij De Storm erg zorgvuldig mee om gegaan. We hebben heel veel oude foto’s bekeken en hebben de sets op basis daarvan opgebouwd, zodat alles er zo echt mogelijk uit kwam te zien. Maar natuurlijk hebben we wel een paar zaken iets anders voorgesteld. Zo konden er de eerste dag na de ramp helemaal geen helikopters opstijgen, zoals in de film gebeurt. Maar het was wel noodzakelijk voor ons verhaal. Ook was het onmogelijk om in februari 1953, toen het water drie of vier graden koud was, lang te overleven in het water. Maar wij laten onze helden wel een tijdje in het water zwemmen op zoek naar het kind van Julia. Dat soort creatieve vrijheden moet je jezelf kunnen veroorloven om een goede film te maken.

De Zeeuwse bevolking komt er niet goed van af in de film. Ze worden neergezet als bekrompen, streng gelovige mensen. Bent u bang voor de reacties op de film in Zeeland?

Er zullen altijd mensen zijn die zich dit heel erg zullen aantrekken. Maar het is zeker niet zo dat alleen de Zeeuwen zich zo gedroegen als in de film, het grootste deel van Nederland was in de jaren vijftig natuurlijk nog streng gelovig en bang voor vernieuwing. Dat was in Zeeland misschien nog wat erger, omdat het zo’n geïsoleerde provincie is, waar iedereen heel erg op zichzelf was aangewezen, zeker in die tijd. En hoewel je zou verwachten dat in tijden van rampspoed oude vetes worden begraven en iedereen elkaar probeert te helpen, was dat niet het geval. Een ongehuwd meisje met een kind, zoals Julia in de film, was een schande voor haar hele omgeving en werd met de nek aangekeken, zelfs in tijden van nood.

Uw laatste drie films hebben alle een, voor Nederlandse begrippen, fors budget. Hoe slaagt u er keer op keer in zoveel geld bij elkaar te sprokkelen?

Dat heeft met een aantal dingen te maken. De energie van de producent is in dat opzicht erg belangrijk. Als de producent echt in het project gelooft en overal de pet ophoudt, bij allerlei fondsen en externe financiers, is het mogelijk om een budget rond te krijgen. Daarnaast is het risico voor deze geldschieters ook kleiner, omdat ik in het verleden heb bewezen dat er veel mensen naar de bioscopen zijn gegaan om mijn films te zien, waardoor ze sneller zullen investeren in zo’n film.

U bent met twee films, Bride Flight en De Storm, in de race om gekozen te worden als de Nederlandse Oscarinzending van dit jaar. Wat vindt u van alle heisa die er nu ontstaan is?

Er is gewoon een groep van twaalf wijze mannen en vrouwen die elk jaar om de tafel gaat zitten en de opdracht krijgt een film uit te kiezen die volgens hen het meeste kans maakt om het goed te doen bij de Oscars. Niet de beste film, maar de film die het meeste kans zal maken. Er is op zich niets mis met dat systeem, maar er moet heel zorgvuldig gekeken worden of de film die wordt uitgekozen, in dit geval The Silent Army (Wit Licht), wel aan alle regels voldoet. Nu zie je dat daar twijfel over ontstaat, en dan gaan de producenten van de concurrerende films natuurlijk protest indienen, omdat er voor hen ook grote belangen op het spel staan.

Welke film maakt volgens u de meeste kans om het goed te doen bij de Oscars?

Ik denk dat De Storm op dit moment het meeste kans zou maken. Het is een film over de vaderlandse geschiedenis, een thema dat het altijd wel goed doet bij de Oscars. Daarnaast gaat het over een actueel onderwerp, de strijd tegen het water. Ik heb het gevoel dat zo’n film op dit moment veel meer kans maakt dan een verhaal als Oorlogswinter. Dat is een prachtige, mooi gemaakte film, maar ik twijfel of het in de ogen van de Amerikanen iets toevoegt aan de canon van Tweede Wereldoorlogfilms.

Lees ook de recensie van De Storm.



NieuwsFilm

meest populair