FilmTotaal interviewt Carice van Houten

In De Gelukkige Huisvrouw speelt de actrice een vrouw met postnatale depressies. “Af en toe vroeg ik ook wel: is dit niet een beetje te erg?”

Carice van Houten timmert internationaal hard aan de weg. Momenteel is ze in Zuid-Afrika bezig met de opnames voor de dramafilm . Afgelopen weekend was ze even in Nederland voor de première van , waarin ze Lea speelt, een vrouw die na haar bevalling in een postnatale depressie belandt. In het Amstel Hotel te Amsterdam sprak FilmTotaal de actrice over haar nieuwe film. Direct bij binnenkomst blijkt dat ze in niets lijkt op het psychotische personage dat ze daarin speelt. Ze is open en voelt zich zichtbaar op haar gemak. “Ik heb de beste manier van interviews geven gevonden!” zegt ze, terwijl ze haar blote zongebruinde voeten op de bank legt.

Moeten aanstaande moeders deze film wel gaan zien?
Tuurlijk, iedereen moet deze film zien! Het is geen reclamefilmpje voor het baren van een kind, dat geef ik direct toe. Maar zelfs ik - die toch ook een kinderwens heb - deins er niet voor terug. Het wordt niet leuk, maar goed, het is ook een film. De bevalling in deze film is natuurlijk ook wel zo’n beetje het ergste wat je kan overkomen, maar het kan ook wel minder denk ik. Het is even doorbijten - en dat zeg ik nu wel stoer, want ik vind het zelf ook eng - maar aanstaande moeders hoeven zich niet te laten weerhouden om deze film te gaan zien.

Hoe ben je terecht gekomen bij deze film?
Dat was toevallig eigenlijk. Ik was in die periode veel in Nederland en de regisseur, Antoinette Beumer, wilde een gesprek met mij over de film. Ik had het script gelezen en ik was er meteen heel enthousiast over! Ik dacht meteen: Ja! Ik heb er helemaal een goed gevoel bij; ik wil dit heel graag doen! Dus ik ben heel blij dat ze voor mij gekozen heeft. Ik denk ook dat deze film bij mij past. De humor is een groot onderdeel, maar het is niet makkelijk. Je moet ook wel een bepaalde techniek hebben, denk ik, of een bepaalde ervaring om van de ene emotie naar de andere te kunnen schakelen. Een voorbeeld is de scène waarin ik onder zo’n dekentje zit en word opgehaald door de crisisdienst. Ja, dat zijn echt wel ingewikkelde dingen om te spelen.

De bevallingscène zag er ook behoorlijk heftig uit. Hoe was dat om te spelen?
Nou ja, best wel gek. Het komt dan echt op het acteren neer, want ik heb geen pijn op dat moment. Dus dan moet je doen alsof. En dat heb ik dan op deze manier gedaan (lacht). Het is lastig, want ik heb het natuurlijk nooit zelf meegemaakt. Ik heb helemaal geen referentie…(denkt na) Ja, dat was wel heftig. Af en toe vroeg ik ook wel: “Is dit niet een beetje te erg?” Maar goed, het is bij iedereen anders. Wat dat betreft dacht ik ook, ik kan niet echt fout doen, want de één doet dit (maakt een kreungeluid) en de ander gilt het hele ziekenhuis bij elkaar.

Wist je van tevoren dat dat bestond, zo’n totaalruptuur?
Ik had er wel eens van gehoord, maar ik heb inmiddels net iets te veel plaatjes gezien en verhalen gehoord. Ik heb toch wel aan iedereen gevraagd: “Hoe ben jij dan bevallen? Hoe is het bij jou dan gegaan?” Dan krijg je wel echt horrorverhalen. Maar mensen vinden het ook heel leuk om dat te vertellen hoor.

Vond je het moeilijk om moeder te spelen van zo’n klein baby’tje?
Ik heb zelf geen kinderen, dus ik heb niet die vanzelfsprekende moederachtige instincten. Waldemar [Torenstra] daarentegen had net een kind gekregen. Maar ik had dat voor mijn rol ook helemaal niet nodig. Hoe klunziger, hoe beter eigenlijk. Op een gegeven moment had ik even moeite met oppakken, maar toen zei Antoinette: “Nee, laat maar zo. Blijf maar gewoon klungelen, want dat is alleen maar goed.” Ik ben niet het type moederkloek, dat is wel duidelijk! (lacht) Ik geloof dat het vanzelf komt als je kinderen krijgt. Maar tuurlijk, als je zelf geen kinderen hebt en je pakt een kind op en het gaat huilen dan denk je toch: Ja, zie je, bij mij gaan ze altijd huilen. Maar daar moet je ook niet intrappen, in zo’n valstrik. Dat heeft geen zin, daar word je alleen maar onzeker van.

Heleen van Royen (de auteur van het boek) was ook aanwezig op de set. Bemoeide zij zich veel met het personage Lea?
Heleen is twee keer op de set langs geweest. Ze heeft wel wat dingetjes verteld ja, en dan wordt het ineens heel echt. Dan komt het verhaal tot leven. Dat werkt natuurlijk wel, want je denkt dan: O ja, dat gebeurt allemaal écht joh, wat we nu aan het spelen zijn.

Heb je dan nog wel genoeg ruimte gekregen om een eigen invulling aan het personage te geven?
Ja, juist heel erg. Ik heb me er ongelooflijk tegenaan bemoeid. Het script was sowieso al erg goed, daar was ik heel blij mee. Er zat heel veel humor in. Ik kreeg ook de vrijheid om af en toe te improviseren. Het ligt ook wel dicht bij mijn eigen idioom, zeg maar. Dat vond ik ook leuk, daardoor past de rol heel erg bij mij. Ik heb ‘m erg op de huid gespeeld, zoals dat dan heet, daardoor is het behoorlijk persoonlijk geworden.

In welk opzicht?
Het is een jonge vrouw bij wie ogenschijnlijk alles goed gaat, maar die toch ook vanalles met zich mee draagt aan onverwerkte dingen. Ik ken zo veel mensen, die zich gewoon door het leven heen bluffen. De één doet dat met grove grappen, de ander gaat drinken. Dat herken ik wel een beetje, dat overal een grap van maken. Dat soort zelfspot en ironie, daar voel ik me wel mee verbonden.

Voel je je ook verbonden met dat gekke gedeelte van Lea?
Ik heb zelf gelukkig nooit een psychose gehad. Dus het enige wat je dan kan doen is proberen zo dicht mogelijk bij dat gevoel te komen, wat voor mij misschien lijkt op dat je een keer geblowd hebt en daar paranoia van werd. Zoiets. Of dat je een keer jaloers was. Want als je dat bent kun je jezelf ook helemaal gek maken. Dat soort dingen moet je oproepen bij jezelf, om het vervolgens te spelen.

Ter voorbereiding ben je bij een psychiatrisch ziekenhuis geweest. Hoe vond je dat om mee te maken?
Ik was er in het begin wel een beetje bang voor. Dan kwamen we daar en zeiden ze: “Die jongen daar, die houdt niet van vrouwen”. Maar binnen een half uur voelde ik me daar eigenlijk heel erg thuis (lacht). Heb ik daar gewoon lekker mee zitten knutselen, in zo’n knutselkamer en ontzettend gelachen. Ik vind dat we die sfeer goed in de film hebben gekregen.

Wat spreekt je aan in het spelen van zulke beladen rollen? In speelde je ook al zo’n zware rol...
Het gaat over echte dingen. Dat gebeurt gewoon allemaal, terwijl wij hier ons glamourleven leiden. Zoals bij : dat is iets waar heel veel mensen, elke dag, in hun omgeving mee te maken hebben. Ik hoop dat de film een troost kan zijn voor sommige mensen. Ik heb wel heel veel bijzondere reacties gehad, en dan gaat het niet meer over glamour. Dan gaat het over iets, waar mensen misschien iets aan hebben, of waar ze zich getroost door voelen. Dat is uiteindelijk de reden waarom we dit allemaal doen: om mensen óf te raken, of te laten lachen; om íéts met mensen te doen. Dat is voor mij een belangrijke reden om dit werk te doen.

Twee boekverfilmingen, twee personages die er alleen voor staan: zal ongetwijfeld vergeleken worden met . Vind je die vergelijking terecht?
Nee, want het is toch wel echt een ander verhaal. Het grote verschil is dat echt Barry [Atsma] z’n verhaal is, je gaat in zijn hoofd mee. Bij ga je meer in mijn hoofd zitten. Het is een ander soort strijd, maar ook heel eenzaam inderdaad.

Wat maakt een geslaagde boekverfilming?
Dat het op zichzelf staat. Het is een nieuw verhaal geworden dat niet vergeleken hoeft te worden met het boek. We hebben zowel het drama als de humor uit het verhaal gehaald en in de film gestopt, waardoor de personages echt tot leven komen. Ik hoop dat veel mensen de film gaan bekijken, ik ben er erg trots op. Het is een mooi rond verhaal.

Heeft het spelen van zoveel drama z’n weerslag op je privéleven?
Ik voel me, grappig genoeg, beter dan ooit! (lacht) Het is ook een uitlaatklep. Alles komt eruit. Dat is vermoeiend, maar misschien ook wel zuiverend. Ik weet het niet. Het is echt heel zwaar werk. De film die ik nu aan het draaien ben in Zuid-Afrika, heeft draaidagen van dertien uur per dag, zes dagen in de week. En dan overdrijf ik echt niet. Daarom is het ook leuk dat er een andere kant zit aan het harde werk: dat je een beloning krijgt.

Lees ook de recensie van De Gelukkige Huisvrouw.

NieuwsFilm

meest populair