Het oude vertrouwde 'in en uit' de kou [IFFR2015]

De koudste periode van het jaar breekt aan, dus is het weer tijd om naar Rotterdam te gaan.


Januari en februari zijn de koudste maanden van het jaar, en regelmatig zijn de laatste weken van januari en de eerste van februari het guurst. In deze weersomstandigheden vindt nu alweer vierenveertig jaar het koudste festival van Nederland plaats: het Internationaal Film Festival Rotterdam (IFFR). In zekere zin is het ideaal filmweer, want niets zo fijn als in warme bioscopen films kijken als je het koud hebt. Maar je moet je daarvoor, tussendoor en erna wel door de gure wind en sneeuw banen, hopen dat de treinen rijden en natuurlijk gezond en fris blijven. Het kost wat, maar dan heb je ook wat.

Voorzichtig schuifelen door de sneeuw en de dagen erna over het glad geworden Schouwburgplein, het hoort er gewoon bij, al hoop ik dat het uitglijden me dit jaar bespaard blijft. Zonder deze ontberingen zou het IFFR het IFFR niet zijn. Voor mij is het inmiddels de tiende keer dat ik het hele festival lang in Rotterdam aanwezig ben. In 2006 stapte ik voor het eerst uit de trein op Rotterdam Centraal en begaf ik me naar De Doelen om daar mijn pas op te halen en daarna naar de eerste film te gaan. Dat was toen heel spannend. Inmiddels is de handeling zelf misschien routine geworden, maar de spanning voor het aanstaande festival, die is nooit weggegaan. Het blijft iets om naar uit te kijken.

Er is wel heel wat veranderd in die tien jaar. Vroeger moest je als je naar een reguliere voorstelling wilde met je pas nog 's ochtends om negen uur elke dag in de kou wachten totdat de kassa openging, nu gaat dat allemaal via internet. In het begin verbleef ik nog de hele tijd in Rotterdam, dezer dagen geef ik de voorkeur aan heen en weer reizen. De afgelopen jaren kwam je dan elke dag minstens twee keer in de bouwval die Rotterdam Centraal heette, maar in 2014 was dat nieuwe mooie station eindelijk klaar en morgen zal mijn aankomst op het festival net even wat vrolijker zijn daardoor. Totdat de verbouwingen rondom het station me tegemoet komen natuurlijk, tussen trein en festival in.

Uiteraard kan dat de pret niet drukken, net zomin als de gure wind op het Weena. Want zoals elk jaar biedt het IFFR een veelzijdige blik op de hele wereld. Van Zuid-Koreaanse komedies tot Franse tienerdrama's, van de nieuwste filmhuisfilms uit India tot Argentijnse droogkloten, en van de laatste films van Miike Takashi tot de nieuwste films met Viggo Mortensen en Joaquin Phoenix. Die laatste begint daar zo langzamerhand een traditie van te maken, met in 2013 The Master, in 2014 Her en nu in 2015 Inherent Vice. Natuurlijk zijn er ook weer enkele retrospectieven, waarvan ik persoonlijk erg uitkijk naar het Made in Taiwan subprogramma, met een aantal sleutelfilms uit de Taiwanese New Wave van de jaren tachtig (inclusief enkele werken van Hou Hsiao-hsien).

Dit jaar draaien er wel een stuk minder films dan afgelopen jaren, mede waardoor er slechts één film uit Hong Kong is te zien, Ann Hui's The Golden Era, een biopic over de Chinese schrijfster Xiao Hong. Hui schetst van haar leven een portret van armoede, honger en moeilijke levensomstandigheden, in een chaotisch China voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat zeer goed past bij het literaire werk van Xiao Hong. Mooi gefilmd met hier en daar aparte stijlmiddelen. Opmerkelijk genoeg draaide de film al op het Leiden Internationaal Film Festival, afgelopen oktober. Wederom geen nieuwe Johnnie To in Rotterdam dus. Naast die film hoopte ik ook op de nieuwe Tsui Hark of op The Midnight After van Fruit Chan, maar niets van dat al. Desalniettemin is er nog genoeg moois te zien dit jaar uit andere landen en windrichtingen.

Kijk tijdens het festival op de speciale IFFR 2015 pagina voor meer verslaggeving.

NieuwsFilm

meest populair