Gisteren onthulde komiek Ben Stiller tijdens zijn bezoek bij radiopresentator Howard Stern dat prostaatkanker zijn leven twee jaar geleden in gevaar bracht. Volgens de diagnose van zijn dokter reageerde de ziekte zeer agressief, waardoor Stiller (50 jaar) snel actie moest ondernemen.

Uiteindelijk heeft de acteur zijn prostaat laten verwijderen door chirurg Edward Schaeffer, die de radioshow ook bijwoonde. "Het kwam helemaal vanuit het niets," vertelde Stiller. "Ik was er absoluut niet van op de hoogte. In het begin wist ik niet wat er zou gebeuren. Ik was bang. Het zette mijn leven op pauze, omdat ik geen film kon plannen. Ik wist niet wat de toekomst mij zou brengen."

In zijn familie was prostaatkanker nog nooit eerder voorgekomen. Middels een PSA-test (prostaatspecifiek antigeen) kon Stiller's dokter de ziekte ontdekken tijdens een jaarlijkse gezondsheidscheck. "Het eerst wat ik deed toen ik gediagnosticeerd werd, was op het internet zoeken naar meer informatie. Ik zag dat Robert De Niro het ook had gehad, dus ik belde hem meteen. Het is de één na dodelijkste vorm van kanker, maar het is ook één van de meest geneesbare. Men treft het vroeg aan."

Na de operatie voelde Stiller zich geweldig. "Je waardeert daarna het leven veel meer. Elke zes maanden onderga ik een PSA-test om zeker te zijn dat ik vrij ben van kanker." Daarom bezocht hij de show, om over het medisch onderzoek te praten. "Het voelt alsof de test mijn leven heeft gered."