Drew Barrymore had in vergelijking met andere kinderen een zeer ongewone jeugd, omdat ze al op jonge leeftijd doorbrak als actrice. Maar dat succes had ook een behoorlijke keerzijde, zo vertelt ze in een bijzonder openhartig interview met The Sun.

"Ik weet niet hoe ik hier terecht ben gekomen, maar ik zal nooit vergeten hoeveel geluk ik wel niet heb gehad. Ik belandde al op m'n twaalfde op de zwarte lijst, dus ik waardeer elke klus die ik heb", vertelt Barrymore aan de bekende Britse tabloid. "Ik weet als geen ander hoe het is om alles te verliezen, maar ook hoe het is om ergens voor te gaan en geluk en kansen te hebben".

Barrymore, inmiddels 45, kijkt in het interview onder meer terug op haar roerige jeugd. Ze dronk op haar elfde haar eerste glas alcohol. Op haar twaalfde begon Barrymore al aan de wiet en cocaïne, mede door haar moeder, die haar al vanaf jongs af aan mee nam naar clubs, waardoor ze al snel een wild feestbeest werd.

Maar toen Hollywood achter haar drugsgebruik kwam, was het al snel gedaan met haar carrière. "Ze [Hollywoodproducenten] zagen mij ineens als gebruikt materiaal. En ik kan ze geen ongelijk geven", aldus Barrymore.

Op haar veertiende kwam ze erachter dat zo niet langer kon leven en zocht ze hulp bij een afkickcentrum. Op haar vijftiende probeerde ze van haar moeder af te komen door de rechter te vragen om haar als volwassene te bestempelen, waardoor ze onder het bewind van haar moeder uit kon komen. Dat lukte.

Ze kocht een eigen appartement in West-Hollywood en vond een baantje bij een koffiezaak. "Daar was ik niet bepaald goed in", geeft ze nu toe. Toch gaf Barrymore haar droom om te acteren nooit op. Op haar zeventiende wist ze gelukkig een comeback te maken toen ze een rol scoorde in Poison Ivy (1992).