In de The Lord of the Rings-films hebben de elf Legolas en de dwerg Gimli een speelde rivaliteit met elkaar. Maar die competitieve relatie komt voort uit een diepgewortelde haar tussen de twee soorten. Waar komt die eigenlijk vandaan?

Op het moment dat de twee elkaar leren kennen, is er nog sprake van wat vijandigheid. Maar in The Fellowship of the Ring zien we de twee nadat ze uit Rivendell vertrokken zijn langzaam voor elkaar ontdooien. Die band ontwikkelt zich tot een echte vriendschap.

Barrières tussen soorten
De vriendschap tussen Legolas en Gimli verbreekt eigenlijk de historische grenzen tussen de twee soorten. Maar de films leggen nooit echt uit waar die vijandigheden vandaan komen.

Dankzij The Silmarillion van J.R.R. Tolkien weten we waar de oorsprong ligt. Oorspronkelijk was er een duidelijke band tussen de soorten. Dwergen en elfen werkten samen.

Koning Thingol van de Teleri-elven sloot zelfs een alliantie met dwergen. Ze vochten samen tegen de Orcs. Maar dat Thingol verlangde naar een juweel genaamd de Silmaril, zorgde voor het afbrokkelen van die relatie. Thingol vroeg de dwergen van Belegost om een mooi juweel te maken waar de Silmaril in kon worden gelegd.

Ze maakten iets prachtigs, maar wilden het niet opgeven. Dat leidde tot een groot gevecht tussen de twee soorten. Hebzucht en jaloezie leidde daardoor tot de dood van een hele rits dwergen en de moord op Thingol.

Overigens waren de soorten al bij de schepping tegen elkaar gekant. Elfen werden gemaakt door de godheid van Midden-Aarde, Ilúvatar. De dwergen werden op hun beurt geschapen door de lagere entiteit Aulë. Daardoor hadden de soorten altijd al negatieve gevoelens jegens elkaar.