In de jaren negentig groeide Quentin Tarantino razendsnel uit tot een van de bepalende namen in de Amerikaanse cinema. Met films als Reservoir Dogs en Pulp Fiction bewees hij dat onafhankelijke producties ook wereldwijd miljoenen konden opleveren. Zijn mix van stijl, scherpe dialogen en brute geweldsscènes werd iconisch.
De doorbraak met Pulp Fiction was ongekend. Met een budget van slechts $8 miljoen bracht de film meer dan $213 miljoen op en won Tarantino zelfs de Palme d'Or in Cannes. Het succes maakte hem niet alleen geliefd bij het publiek, maar ook bij critici en filmstudenten wereldwijd.
Samenwerking
Toch ging het niet altijd voor de wind. Na Jackie Brown en het tweeluik Kill Bill koos Tarantino in 2007 voor een samenwerking met Robert Rodriguez. Samen maakten ze Grindhouse, een double feature waarin Tarantino's bijdrage Death Proof was. De film werd echter allesbehalve een publiekslieveling.
Death Proof, met Kurt Russell als de moordlustige stuntman Stuntman Mike, had een budget van $30 miljoen maar bracht nauwelijks $31 miljoen op. Voor een regisseur die gewend was aan succes voelde dat als een regelrechte mislukking. Vooral het Amerikaanse publiek leek massaal weg te blijven.
Persoonlijk geraakt
Het falen greep Tarantino persoonlijk diep aan. In een interview met The Telegraph vertelde hij dat hij "een maand lang depressief" was door de flop. "Het voelde alsof mijn hart gebroken was. Alsof de Amerikaanse fans het met me hadden uitgemaakt," aldus de filmmaker.
Gelukkig wist hij zich snel te herpakken. Twee jaar later kwam Inglourious Basterds, dat met Brad Pitt in de hoofdrol een gigantisch succes was. Daarmee bewees Tarantino dat zijn positie als grootmeester van de cinema nog lang niet voorbij was.
Latere waardering
Ondanks de pijnlijke ontvangst is Death Proof tegenwoordig uitgegroeid tot een cultklassieker. Vooral fans van exploitation cinema waarderen de retrostijl, het extreme geweld en de intense rol van Kurt Russell. Wat ooit een persoonlijke klap was, geldt nu als een verborgen parel in Tarantino's oeuvre.
De doorbraak met Pulp Fiction was ongekend. Met een budget van slechts $8 miljoen bracht de film meer dan $213 miljoen op en won Tarantino zelfs de Palme d'Or in Cannes. Het succes maakte hem niet alleen geliefd bij het publiek, maar ook bij critici en filmstudenten wereldwijd.
Samenwerking
Toch ging het niet altijd voor de wind. Na Jackie Brown en het tweeluik Kill Bill koos Tarantino in 2007 voor een samenwerking met Robert Rodriguez. Samen maakten ze Grindhouse, een double feature waarin Tarantino's bijdrage Death Proof was. De film werd echter allesbehalve een publiekslieveling.
Death Proof, met Kurt Russell als de moordlustige stuntman Stuntman Mike, had een budget van $30 miljoen maar bracht nauwelijks $31 miljoen op. Voor een regisseur die gewend was aan succes voelde dat als een regelrechte mislukking. Vooral het Amerikaanse publiek leek massaal weg te blijven.
Persoonlijk geraakt
Het falen greep Tarantino persoonlijk diep aan. In een interview met The Telegraph vertelde hij dat hij "een maand lang depressief" was door de flop. "Het voelde alsof mijn hart gebroken was. Alsof de Amerikaanse fans het met me hadden uitgemaakt," aldus de filmmaker.
Gelukkig wist hij zich snel te herpakken. Twee jaar later kwam Inglourious Basterds, dat met Brad Pitt in de hoofdrol een gigantisch succes was. Daarmee bewees Tarantino dat zijn positie als grootmeester van de cinema nog lang niet voorbij was.
Latere waardering
Ondanks de pijnlijke ontvangst is Death Proof tegenwoordig uitgegroeid tot een cultklassieker. Vooral fans van exploitation cinema waarderen de retrostijl, het extreme geweld en de intense rol van Kurt Russell. Wat ooit een persoonlijke klap was, geldt nu als een verborgen parel in Tarantino's oeuvre.
