In Lord of the Rings speelt hij de heldhaftige Aragorn, in het echt heet hij Viggo Mortensen en maakt hij zich niet druk om zijn gegroeide populariteit. Zijn optreden in de LOTR-trilogie heeft hem in korte tijd tot sexobject gemaakt, maar zelf is hij daarover nogal nuchter, zo meldt Star magazine maandag.

"Volgens mij word ik veel vaker gezien als een zonderling, ze noemen me weleens de 'Dork of New York'", aldus de 45-jarige Mortensen. Vanaf zijn elfde heeft hij, na Denemarken en Argentinië, in New York gewoond. Later verhuisde hij echter naar Californië. In zijn vrije tijd beheert hij zijn eigen uitgeverij, waar hij onder meer zijn eigen schilderijen en foto's publiceert.

Naar verluid zou zijn zoontje Henry van vijf jaar oud ervoor gezorgd hebben dat Mortensen de rol van Aragorn op zich nam. Zelf was de acteur namelijk totaal niet thuis in de boeken van J.J.R. Tolkien, waarop het verhaal van de LOTR gebaseerd is. Zijn zoontje kende alle boeken daarentegen van buiten en wist zijn vader voor de rol te interesseren. Mortensen speelde rollen in een grote hoeveelheid films, die qua onderwerp sterk uiteenlopen. Zo was hij een Amishe boer in 'Witness' uit 1985 en een cannibalistische misdadiger in 'Leatherface: The Texas Chainsaw Massacre III' uit 1990.

Mortensen heeft zich voor de opnamen ontzettend in zijn rol ingeleefd, zo blijkt wel uit een incident dat op de set voorviel. Per ongeluk werd hem bij één van de gevechten een tand uit de mond geslagen. Uiterst kalm merkte hij toen op: "Heeft iemand misschien superlijm bij zich, dan kunnen we dit even afmaken."