Interviewspecial Tot Altijd

"We moeten niet zo rigide over de dood denken". In gesprek met regisseur Nic Balthazar en hoofdrolspeler Koen de Graeve.

Nic Balthazar houdt wel van een uitdaging. De voormalig filmjournalist en televisiepresentator debuteerde in 2007 als regisseur met Ben X, de verfilming van zijn eigen boek en toneelstuk. Hierin stond de belevingswereld en overlevingsstrijd van een gepeste en onbegrepen autistische jongen centraal. Met zijn tweede speelfilm, Tot Altijd, zoekt Balthazar de confrontatie tussen vriendschap en dood op. Het is een vrije bewerking van het levensverhaal van de Vlaamse politicus Mario Verstraete, die geconfronteerd werd met de slopende ziekte MS. Verstraete maakte zich hard voor de legalisering van euthanasie in België en was op maandag 30 september 2002 de eerste Belg die van de nieuwe wetgeving gebruik maakte en zijn leven vrijwillig liet beëindigen. FilmTotaal sprak op een Utrechts terras in de prille lentezon met Balthazar en hoofdrolspeler Koen de Graeve.

Op de rouwkaart van Mario Verstraete stond de tekst ‘Dood ben je pas, als men je vergeten is’. Hoe levend was de herinnering aan hem in België voordat Tot Altijd verscheen?

Nic Balthazar: “Toen ik de pitch voor de film deed dachten veel mensen aan voetballers met de naam Verstraete. Dat is bij ons een naam zoals Jansen in Nederland. Maar toen ik refereerde aan de documentaires en televisieprogramma’s die over hem gemaakt waren dan dacht iedereen wel gelijk aan die man die toch wel wat teweeg had gebracht. Hij had een branie tegenover de dood en dan nog zelfgekozen ook, met het gevoel van een soort revolutionair die weliswaar de dood niet zou verslaan maar tenminste wel verdrijven. Dat heeft toen hele heftige reacties opgewekt. Het was een man van negenendertig, die enkel omdat hij zei niet meer verder te willen en een zelfgekozen einde wenste, de hele discussie op scherp zette. Zijn strijd kon wel een hommage gebruiken.”
Koen de Graeve: “Zijn quote geldt uiteraard ook voor de nabestaanden. De dood staat ons allemaal te wachten. Ooit zijn wij niets.”

Zijn ‘fysieke dood’ is nu negenenhalf jaar geleden. Is deze film ook een poging om Mario’s herinnering levend te houden?

Nic Balthazar: “We tonen in de film ook dat hij een man was die zijn hele leven het verschil wilde maken wat solidariteit en vrijheid betreft. Hij wordt uiteindelijk geveld door een wrede ziekte waardoor hij zijn politieke carrière afgesneden ziet. Zijn ironie in de laatste dagen tot aan zijn dood is wellicht zijn grootste wapenfeit of overwinning. Zijn vader vertelde me pas na de opnames dat Mario ooit tegen hem had gezegd: ‘Je gaat zien pa, ze gaan over mij nog eens een film maken’.”

Is dat ook de reden waarom Mario Verstraete de politicus in deze film naar de achtergrond is verdwenen?

Nic Balthazar: “Hij was een socialist en ik dacht misschien ook wel ‘hoeveel socialisten zijn er nog over in Vlaanderen?’ Zijn socialistische instelling speelde wel een rol in zijn gevecht, maar hij is eigenlijk nooit echt een politicus geworden.”

Na de zelfgekozen dood van Hugo Claus in 2008 laaide het euthanasiedebat in België weer op. Wat heeft deze film weer vier jaar later voor reacties opgeroepen?

Nic Balthazar: “Het zotte is dat ik onlangs van een politicus van het CD&V, zeg maar ons CDA dat altijd tegen heeft gestemd, heb gehoord dat hij dankzij mijn film zijn mening heeft moeten bijstellen. De gigantische denkfout die ik heb gemaakt is ervan uitgaan dat mensen die altijd voor waren een soort liefdeloosheid tegenover mensen hadden en ze maar zo snel mogelijk dood wensten, terwijl het juist een ultieme daad van totale liefde kan zijn. Ik zou graag willen dat de discussie zich naar een ander niveau verplaatst. Niet in termen van voor of tegen, alsof je voor of tegen de dood kan zijn. We zijn allemaal tegen de dood en tegen het lijden. Hoe we daarmee omspringen is een heel persoonlijke zaak. Laat ons daar een zo groot mogelijke vrijheid in hebben. We zouden mensen nodeloos voor het hoofd kunnen stoten, terwijl we ze willen laten voelen dat we allemaal tegen hetzelfde monster zijn.”

Is dat ook de reden waarom je de verschillende sentimenten die in de maatschappij leven door de (bij)figuren laat verkondigen?

Nic Balthazar: “Absoluut. Ik vond het bijna interessanter om uit te gaan van iemand die het daar zowel intellectueel als emotioneel heel moeilijk mee heeft. Iemand die mee moet gaan met iets wat door de ander al is beslist. Ben X vroeg zich nog af wat zijn leven hier nog waard is. Hij zit in dezelfde tunnelvisie waarin de dood nog het enige antwoord is. Voor mij zijn Ben X en [/i]Tot Altijd[/i] aan elkaar gespiegeld. Soms is opgeven op het juiste moment de verstandigste en vooral de dapperste beslissing. Dat is het echte debat: hoe glorieus en dapper ben je als je je geliefde durft te laten gaan?”

De Rooms-Katholieke Kerk veroordeelde bij de dood van Claus juist de misplaatste heroïek die eraan werd meegegeven.

Koen de Graeve: “De figuur Claus hield van joie de vivre. Hij was iemand die het leven bekeek en volledig tot zich nam. Dat had Mario ook. Dit soort geestelijken vergroten rigoureus een onderdeel van hun leven uit en bestempelen dat als de juiste manier van leven. Al het andere is vrijpostig. Uiteraard keuren zij dit af, want het gaat over angst en lafheid. Ik zou heel graag met de bisschoppen in kwestie de film zien als het zou gaan over hun eigen moeder. We moeten niet zo rigide over de dood denken.”
Nic Balthazar: “Ik sprak eens met kardinaal Danneels, een van de weinige intellectueel redelijk sterke geestelijken. Hij zei dat we moesten oppassen dat de mensen niet het beeld opgedrongen krijgen dat we dapper moeten zijn om voor de dood te kiezen. Door eruit te stappen zouden we niet beantwoorden aan het mysterie van lijden en dood. Persoonlijk snap ik niet wat de grote meerwaarde is van doodgaan in absoluut lijden.”

Wat je wel heel erg bijblijft aan het eind is de vraag of Mario nou echt niet langer door had kunnen leven.

Koen de Graeve: “De vraag is wat persoonlijk je grens van kwaliteit is. Hoe lang blijft iets waardevol? Als je dagelijks wordt geconfronteerd met pijn en met verlies van dingen die je kwaliteit van leven bepalen, dan is de vraag of je voor je naasten nog kan zijn wie je wilt zijn voor ze. Het gevoel dat ziekte en verlies van capaciteiten je verandert. Die verandering is de crux in de film die we gemaakt hebben. Mario Verstraete hield enorm veel van zijn spitsvondigheid, zijn denk- en redeneringvermogen en dingen weten. Dat was zijn lust en leven. Ik denk dat hij nog wel veel langer de pijn kon verdragen, maar niet wilde dat zijn zoontje zijn aftakeling zou zien.”

Koen, je bent fysiek ook best ver gegaan voor je rol want je moest enorm mager worden.

Koen de Graeve: “Dat bleek iets met mij te doen. Het heeft me niet tegengehouden om te kunnen blijven functioneren. Maar ik vind dat eigenlijk niet zo essentieel. Er was een punt waarin we tot op het bot zijn gegaan, namelijk als Mario op de rand van het bad zit. Daarbij was een volledige belasting van het lichaam noodzakelijk omdat je anders zou denken: ‘Blijf toch. Je hebt een zoon en je bent omringd door fantastische vrienden’.”
Nic Balthazar: “In Hollywood wordt vaak alles in een machovorm gegoten. Hoeveel kilo’s kun je omhoog of omlaag? Voor de echt goede acteurs als Daniel Day Lewis of Robert De Niro is het slechts een stuk van hun engagement. Koen is net tot de beste televisieacteur van België gekozen. Hij is de Robert De Niro van Vlaanderen.”

Met je tegenspeler Geert van Rampelberg die je beste vriend speelt, ben je in het dagelijks leven ook goed bevriend. Hoe was jullie professionele samenwerking?

Koen de Graeve: “Onze vriendschap heeft ons niet in de weg gestaan. Het heeft juist geholpen. We hebben het er nooit over gehad hoe wij nu vrienden zouden gaan spelen. Dat is de raarste vraag die je aan een van je beste maten kunt stellen.’

Er zitten ook veel muzikale verwijzingen in Tot Altijd, bijvoorbeeld de onverklaarbare onvoltooide symfonie van Schubert die Mario tegenover zijn zoon Milan aanhaalt. Hiervan doet zelfs de theorie de ronde dat Schubert het juist onaf wel goed vond.

Nic Balthazar: “Dat was te mooi om te laten liggen. Mario was ook een muziekliefhebber. Het is geweldig dat je al die elementen mag samenbrengen. Ik heb zelf een zoon in de leeftijd van Milan die zoveel scherpere dingen zegt. Hij stelt vragen die niemand durft te stellen. Ik had het er met Henny Vrienten, die onze fantastische muziek heeft gedaan, over welke van de kunsten je pas als laatste kon missen. Hij riep gelijk literatuur. Hij kon zonder muziek, maar niet zonder literatuur. Ik kan juist niet zonder muziek.”

Nic, je bent zelf ook filmcriticus geweest. Hoe heeft je dit geholpen als regisseur?

Nic Balthazar: “De rol van filmregisseur wordt altijd zo genadeloos overdreven. Op de set zelf is hij best belangrijk, maar zijn aandeel is maar dertig procent. De banen van regisseur en filmcriticus zijn eigenlijk helemaal niet zo verschillend. Beiden zitten naar een scherm te kijken en vragen zich af: ‘Wat ik op dat scherm zie: snijdt dat hout, geloof ik dat en doet het mij iets?’ Het enige verschil is dat ik als regisseur de situatie teweeg heb gebracht.”

Lees ook de recensie van Tot Altijd.

NieuwsFilm

meest populair