[header]Het gaat niet zo goed met Nederland. Logisch dat het oudere gedeelte van de bevolking terug gaat verlangen naar betere tijden uit een ver verleden[/header]Het gaat niet zo goed met Nederland. De economie zit in een flinke dip en de euro heeft de portemonnee ook niet bepaald gespekt. Overal loeren extremistische muzelmannen met bommen. Marokkaanse hangjongeren maken achterstandswijken onveilig en de eigen jeugd, al dan niet gehuld in Londsdale® en legerkisten, is geen haar beter.
Logisch dat het oudere gedeelte van de bevolking terug gaat verlangen naar betere tijden uit een ver verleden. Normen en Waarden zijn de grote trend in de politiek. Mensen brengen massaal hun voorkeursstem uit op Piet-Hein Donner die rechtstreeks uit het openluchtmuseum lijkt te zijn gerukt.
Ook de media spelen hier natuurlijk gretig op in. Swiebertje komt weer dagelijks op de buis en in nostalgische programmas geven quasi-bekende Nederlanders uit het heden en verleden commentaar op beelden uit de tijd dat er nog maar één of twee tv-kanalen waren.
De Nederlandse filmwereld reflecteert dit beeld van de samenleving perfect. Terwijl één van de meest talentvolle Nederlandse filmmakers is afgeslacht door een boze man met een baard lijkt het gros van Nederlandse films te bestaan uit kinderhelden van lang geleden.
De boeken van Annie M.G. Schmidt zijn afgestoft en hebben al meerdere films opgeleverd. Kruimeltje en Pietje Bell hebben een facelift en een paar flinke Botox injecties ondergaan om hun jeugdige frisheid weer tevoorschijn te toveren. Floris zn harnas is weer uit de kast gehaald en lijkt na een anti-roestbehandeling nieuw van de hamer van de smid te zijn gekomen. De kist van Pipo is opgegraven en na een paar flinke stroomstoten op zn slapen doet hij het weer als van ouds.
Voor wie worden deze kinderfilms dan gemaakt? Vraag de jeugd van tegenwoordig wat ze liever zien, Spongebob of Floris, en ik denk dat het antwoord veelal in het voordeel van het pratende badartikel uit zal vallen. Voor de kinderen worden de films dus in ieder geval niet gemaakt, maar die betalen dan ook het bioscoopkaartje niet.
Het zijn de opas, omas, ooms en tantes die de kinderen aan hun armpjes mee naar de bioscoop sleuren. Daar kopen zij een kaartje voor de tijdmachine in de hoop dat zij de kinderen dezelfde zorgeloze jeugd kunnen bezorgen die zij zelf gehad hebben en er zelf ook weer een stukje van mogen herbeleven. Daar zetten ze gewillig hun oogkleppen op en hopen tegelijkertijd dat de kinderen nooit zullen veranderen in baard- of Lonsdaledragende extremisten.