De Japanse regisseur achter horrorfilm The Midnight Meat Train heeft zijn gevoelens geuit over de manier waarop Lionsgate de titel in 2008 behandelde. Zowel Ryûhei Kitamura als auteur Clive Barker (de film is op zijn boek gebaseerd) hebben aangegeven dat de film een grote release zou krijgen, maar opeens opzij geschoven werd en maar in honderd bioscopen terechtkwam. Met een budget van zo'n $ 15 miljoen werd er uiteindelijk maar $ 3,5 miljoen opgehaald. Een verrassend verschijnsel, aangezien de film met Bradley Cooper en Vinnie Jones toch best positieve recensies kreeg.
Kitamura sprak met filmmaker Mick Garris tijdens een podcast toen het onderwerp ter sprake kwam. "Het was zeer hartverscheurend, omdat het mijn eerste Amerikaanse film was," begint Kitamura. "Ik was er heel trots op. Het laatste wat ik toen te horen kreeg was dat ze opgewonden waren en een releasedatum hadden geprikt. Ik herinner het me nog: 16 mei, 2008. Dat is een zeer goede dag. Een warme, zomerse dag. Ze hadden vertrouwen in de film. En de trailer werd vrijgegeven. Ik herinner het me nog: ik ging naar de Arclight Cinema om 'Rambo 4' te zien. De trailer verscheen en ik had zoiets van: 'Wow!' En toen... toen begon al die waanzin."
In het gesprek wordt duidelijk dat Kitamura een groot liefhebber was van producent Peter Block, die door Lionsgate destijds werd weggewerkt. Block zou de drijvende kracht achter de productie zijn geweest. Clive Barker onthulde een jaar na de release dat producent Joe Drake de grote boosdoener is. Kennelijk zou hij de grote release hebben geannuleerd en ervoor hebben gezorgd dat The Midnight Meat Train in maar honderd bioscopen uitkwam. Voor vele van die panden hoefde men maar één dollar entree te betalen. Barker: "Ik vond dat onnodig, onplezierig en gierig. Ik vind dat hij een smeerlap is en ik hoop dat karma bestaat, want er komt iets zijn richting op dat heel erg smerig is."
