Twintig jaar geleden bracht Christopher Nolan zijn duistere en realistische versie van Batman naar het witte doek met Batman Begins. De film betekende een frisse start voor de franchise en vestigde Christian Bale als dé Bruce Wayne van een nieuwe generatie.

Toch begon het allemaal met veel twijfel bij Warner Bros. De eerste scène waarin Bale eindelijk in het iconische pak verschijnt, liet volgens de studiobazen veel te lang op zich wachten. Ze vreesden dat het publiek ongeduldig zou worden en afhaken.

Kritiek
Scenarioschrijver David S. Goyer vertelde dat de studio de montage bekritiseerde: "Ze vonden dat de film pas echt begon als hij het pak aantrok." Toch hielden Nolan en Goyer vast aan hun visie: het moest gaan om Bruce Wayne, niet alleen om Batman.

Daarom kozen ze voor een opbouw waarbij het personage zich langzaam ontwikkelt, van getraumatiseerde jongeling tot vigilante. Die aanpak werkte uiteindelijk wél, want de film bracht bijna $400 miljoen op en luidde een nieuw tijdperk voor superheldenfilms in.

Originele visie
Nolan wilde geen overdaad aan CGI en liet gigantische sets bouwen, waaronder een Batcave van 250 meter lang met een echte waterval. Hij baseerde de visuele stijl van Gotham op Blade Runner, met regenachtige straten en grauwe, industriële omgevingen.


Hans Zimmer zorgde voor de muzikale sfeer, met een dreigende soundtrack die perfect aansloot bij de toon van de film. En hoewel Bale toen nog geen grote ster was, versloeg hij onder meer Cillian Murphy in de race om de rol.

Goede keuze
Uiteindelijk bleek de langzame opbouw precies wat het genre nodig had. Nolan's trilogie groeide uit tot een mijlpaal in de filmgeschiedenis, maar het had dus net zo goed kunnen mislukken, als de studio zijn zin had gekregen.