Regisseur Danny Boyle keert terug naar het universum dat hij in 2002 opzette met 28 Days Later, en het resultaat is een openingsscène die zowel spannend als symbolisch is. Zonder dat er al één zombie in beeld komt, voel je de dreiging in elke blik, elk gefluisterd woord.
Terugkeer van een legende
28 Years Later speelt zich bijna drie decennia na de oorspronkelijke uitbraak van het Rage-virus af. Op een afgelegen eiland probeert een groep overlevenden te leven in een streng bewaakte quarantaine. Als één van hen de oversteek maakt naar het vasteland, stuit hij op bizarre geheimen, én op wat er van de mensheid is overgebleven.
Met hoofdrollen voor Jodie Comer, Aaron Taylor-Johnson en Ralph Fiennes, wordt het verhaal een grimmige ontdekkingsreis vol horror en menselijkheid. Vooral de sfeer en cameravoering vallen op: veel hand-held werk, grauwe kleuren en abrupte overgangen.
Een begin dat blijft hangen
Wat deze film zo opvallend maakt, is hoe snel hij een emotionele snaar weet te raken. De openingsminuten draaien niet om schrikmomenten of gore, maar om een existentiële dreiging. Het is stil, geladen, beklemmend. En zodra het kind vraagt of dit echt het einde is, weet je: dit wordt geen luchtige rit.
Het blijkt een slimme zet: door niet meteen te vervallen in actie, kiest Boyle voor spanning die zich opbouwt in je onderbuik. De kijker wordt niet weggeblazen met chaos, maar ingesponnen in angst.
Een veelbelovend begin van een trilogie
Volgens vroege reacties is 28 Years Later het eerste deel van een nieuwe trilogie, waarin het post-apocalyptische Verenigd Koninkrijk niet alleen een zombieland is, maar ook een politieke metafoor. Brexit, klimaatdreiging en populisme klinken door in dialogen en visuele symboliek, zonder de horror te vergeten.
Wie dacht dat het derde deel van deze saga overbodig zou zijn, komt bedrogen uit. Met deze openingsscène bewijst Danny Boyle dat hij nog steeds weet hoe je spanning opbouwt zonder clichés.