Na Scorsese's vroege successen met Mean Streets en Taxi Driver was hij het heetste talent in de Amerikaanse filmindustrie. Hij leverde daarna de ene na de andere tijdloze klassieker af. The King of Comedy, Raging Bull, Goodfellas en Casino verschenen allemaal voordat de twintigste eeuw voorbij was, waarmee Scorsese zich definitief vestigde als een meester in zijn vak.
Weinig mensen boden projecten aan
Toch was volgens de regisseur zelf de jaren tachtig een periode waarin maar weinig mensen in de industrie hem projecten aanboden. In een interview met Empire gaf hij toe dat The King of Comedy alleen op het scherm kwam omdat hij en zijn vaste acteur Robert De Niro "met verschillende dingen aan het experimenteren waren."
Ook The Last Temptation of Christ uit 1988 was een film die Scorsese met moeite van de grond kreeg, nadat een grote studio zich vlak voor de start van de productie had teruggetrokken. Die film werd tenminste nog voltooid, maar dat kon niet worden gezegd van Scorsese's geplande biografische drama over de Italiaanse kunstenaar Amedeo Modigliani.
Meteen enthousiast
Al Pacino had het plan opgevat om een film te maken op basis van Dennis McIntyre's toneelstuk Modigliani en nadat Francis Ford Coppola het project had afgewezen, kwam het terecht bij Scorsese, die meteen enthousiast was.
In zijn gesprek met Empire vertelde hij: "Het ging over de buitengewone strijd om kunst te creëren. Het verdriet ervan, de absint. Hij en [zijn metgezel] Soutine die voor elkaar zorgen, zij die hem ervan overtuigt zijn tanden te poetsen. Het zou echt iets bijzonders zijn geworden, denk ik."
Uitgeblust
Toch slaagden Pacino en Scorsese er niet in het project daadwerkelijk van de grond te krijgen, mede door kritiek op Scorsese's werk in de jaren tachtig. Hij legde uit: "Een grote producent in Hollywood zei recht in mijn gezicht: 'Je bent uitgeblust. Waar ga je het geld vandaan halen om dit te doen?' Ik had geen invloed meer. Ik stamde uit een andere periode; de wereld was veranderd en ik was gewoon niet meer 'bankabel' zoals ze zeggen."
De film bleef jarenlang in het luchtledige hangen, tot Pacino en 20th Century Studios het project in de jaren 2010 nieuw leven inbliezen. Pas in 2022 werd echter aangekondigd dat Johnny Depp de film, getiteld Modì, Three Days on the Wing of Madness, zou regisseren, met Pacino als coproducent. In de hoofdrol speelt Riccardo Scamarcio, met bijrollen van Pacino, Stephen Graham en Antonia Desplat.
Vereerd
Depp had sinds The Brave uit 1997, waarin hij naast Marlon Brando speelde, geen film meer geregisseerd. "Het verhaal van de heer Modigliani is er een waar ik me ongelooflijk vereerd en nederig door voel om het tot leven te brengen op het scherm", zei Depp in een verklaring. "Het was een leven vol grote tegenspoed, maar uiteindelijk ook van triomf; een universeel menselijk verhaal waarmee elke kijker zich kan identificeren."
Pacino zei blij te zijn om weer samen te werken met Depp, voor het eerst sinds Jack & Jill, al blijft het een trieste gedachte dat Scorsese destijds niet de kans kreeg om de film te regisseren, op het moment dat zijn passie voor de Italiaanse kunstenaar op haar hevigst brandde.
In de bioscoop
Modì ging vorig jaar in wereldpremière tijden het Internationaal Filmfestival van San Sebastián en ontving de "Capri Cult Award" tijdens de 29e editie van Capri Hollywood in Rome (Roma Fall Gala 2024), één dag voordat het in Italië in première ging op het Filmfestival van Rome in oktober 2024. De film werd in de Italiaanse bioscopen uitgebracht op 21 november 2024.
De rest van de wereld moest tot dit jaar wachten om de film in de bioscoop te zien, en in verschillende landen, waaronder de VS en Nederland, is het nog niet eens uitgebracht. Zo staat Modì gepland voor een beperkte release in de Nederlandse bioscopen op 7 november.