Cannes 2014: slot [blog]

Lachen bij de persconferentie van Quentin Tarentino, in gesprek met Dominic West en afscheid nemen van het festival op de muziek van Pulp Fiction.

Mijn laatste dag in Cannes breekt aan. En begint vroeg, want ik moet aanwezig zijn bij de persscreening van Pride, de film waarvan ik in de middag de regisseur, scenarioschrijver en acteurs zal interviewen. De synopsis van Pride klinkt apart. Het is een waargebeurd verhaal dat zich afspeelt in 1984 gedurende de mijnwerkersstaking in Engeland. Een politiek roerige tijd, waarin het land op zijn kop staat. Een aantal homo's en lesbiennes in Londen besluit de mijnwerkers te steunen door een beweging te beginnen en geld in te zamelen en zo hun solidariteit te tonen. Ze kiezen een willekeurig plaatsje in Wales uit, dat in de greep is van de staking, en gaan erheen om persoonlijk hun steun te betuigen. Een gekke combinatie natuurlijk, waarin twee werelden die elkaar anders nooit zouden kruisen, toch door deze omstandigheden samenkomen.

De filmmaker heeft het voor elkaar gekregen om van Pride een feelgoodfilm te maken, die aan het denken zet, doet lachen en huilen. De ensemblecast is geweldig en iedereen, ongeacht hoe groot de rol, weet een veelzijdig personage neer te zetten dat je bijblijft. Qua genre kun je deze film het beste vergelijken met Billy Eliott en Pride zou best wel eens van evenveel succes kunnen genieten. Laten we het zo zeggen: wanneer deze binnenkort in Nederland in de bioscoop verschijnt, zou ik het niet erg vinden om hem weer te zien. Na afloop van de screening krijgt de film een staande ovatie. Men blijft maar klappen en juichen. Als de regisseur, scenarioschrijver en acteur George MacKay op het podium verschijnen, wordt dit nog even dunnetjes overgedaan. Zij zijn zichtbaar ontroerd en nerveus. Als regisseur Matthew Warchus een vraag beantwoordt, klinkt zijn stem prima, maar kan ik zien dat zijn hand trilt. Het is de eerste keer dat ze de film hebben vertoond en deze ontvangst hadden ze duidelijk niet durven verwachten.


Na de Q&A ga ik naar het Palais, want daar geeft Quentin Tarantino een persconferentie. De rij is langer dan normaal, maar gelukkig zijn het vooral 'gele' perskaarten die voor me staan. Wanneer we naar binnen mogen, krijg ik voorrang en kan ik op de derde rij plaats nemen. Terwijl de zaal volloopt, raak ik aan de praat met een Canadese journalist, die uitrekent dat dit zijn negentiende Cannes is. Hij heeft Tarantino al meerdere malen gezien en zegt dat het leuke persconferenties zijn, omdat "Tarantino het heerlijk vindt om een superster te zijn." Wanneer hij binnenkomt, blijkt dat hij de aandacht inderdaad leuk vindt. Hij kan niet wachten om te beginnen met praten en is zo eerlijk dat je bijna schrikt. Na alle persconferenties van de week te hebben bijgewoond, waarin iedereen politiek correct blijft, is het heerlijk om eens een keer iemand te zien zitten, die zegt wat hij denkt. Hij begint meteen goed door zijn mening te geven over het digitaal opnemen van een film: "Het is de dood van film zoals wij die kennen. Als ik iets digitaals wil kijken, blijf ik wel lekker thuis tv kijken. Daarvoor ga ik de deur toch niet uit. De huidige generatie is al verloren, mijn hoop is gevestigd op de volgende generatie. Dat zij beseffen wat ze kwijt zijn geraakt. Net zoals albums twintig jaar verdwenen en nu langzaam weer terug komen." Iemand vraagt hem over de keuze van muziek in zijn films. Waarom gaat hij niet voor een 'original score'? "Ik vind de muziek ziel geven aan mijn films. Ik ga dan toch niet een of andere componist vertrouwen om de ziel aan mijn werk te geven? Ik vertrouw niemand genoeg daarvoor."

Bekijk de afbeeldingEen vrouw staat op en vraagt of Tarantino zich wil inzetten voor de 'Serbian cause'. Even wordt het stil. "Nee," zegt Tarentino kort. De vrouw wil doorgaan en zegt de gegevens van haar pleidooi te hebben voor Quentin, maar hij kijkt al weg. Hij wil het over film hebben, en heeft hier geen tijd voor. De vrouw wordt berispt en de microfoon afgepakt. Nog een reden om eens grondig te kijken wie ze de persconferenties inlaten. Iemand wil weten of Tarantino zijn eigen films wel eens kijkt. "Ja, ik maak die films in de eerste plaats voor mezelf. Dus ik kijk ze heel vaak opnieuw. Als ik op tv kijk wat er op de buis is en ik zie een van mijn films, dan kijk ik. Soms een stuk, soms het hele ding. Kill Bill: Vol. 2 had ik een paar keer thuis gescreend, maar deel 1 had ik al jaren niet gezien. Toen ik laatst zag dat die op tv was, dacht ik even het begin te kijken. In ieder geval de intro met Bang, Bang. Maar toen ik eenmaal ging kijken, zekers dat ik die film van begin tot motherfucking end, and I mean the END, ging kijken. Als ik hoor dat er regisseurs zijn, die zeggen dat ze hun eigen films niet terug kunnen kijken, omdat ze alleen de fouten zien, man I feel sorry for those guys. Hoe kun je zo leven? Als ik de film niet eens zou kunnen kijken, zou ik hem niet uitbrengen of gewoon geen films meer maken." Iemand anders wil weten hoe hij terugkijkt op de Gouden Palm voor Pulp Fiction. "Tot de dag van vandaag is dat, en dat meen ik uit de grond van mijn hart, de meest dierbare prijs die ik ooit heb mogen ontvangen. Bij mij thuis heeft die echt een ereplaats tussen de andere trofeeën." Een leuk moment volgt wanneer iemand uit Bangladesh de microfoon krijgt en hem iets vraagt. De man heeft een nasale hoge stem, met Bangladesh accent, die iedereen doet opkijken. "Man with that voice you should be in pictures," zegt Tarantino, waarop de zaal lacht. "I am not making fun of you, truly not. I mean it. If someone from Pixar is in the room, please get in touch with this guy."

Iemand wil weten of Tarantino wel eens een special edition of director's cut wil uitbrengen van een van zijn films. "Nee, de versie die ik uitbreng is mijn director's cut en die gaat dan in drieduizend bioscopen in Amerika in première. Ik ga toch niet dan een langere of betere versie creëren, die mensen dan digitaal gaan kijken? Wel heb ik van Django Unchained bij elkaar vier uur aan materiaal. Wat ik van plan ben om te doen, is hier een miniserie van maken van vier delen en die op tv te laten uitzenden. Dan krijg je Django's hele verhaal te zien. Als ik aan zou komen zetten met een film van vier uur zou niemand daar oren naar hebben, maar een miniserie kan weer wel."

Tarantino praat veel over zijn liefde voor de film ("I see myself as following a professorship in the history of world cinema, and the day I die, is the day I graduate"), huidige filmmakers die hij bewondert (Almadovar, Fincher en Linklater) en hoe film zijn leven beheerst ("ik weet niet hoeveel films ik thuis in mijn collectie heb en wil dat ook niet weten, want dan moet ik mijn obsessie onder de loep nemen"). Na vijfenveertig minuten die werkelijk zijn omgevlogen, wordt Tarantino verzocht de zaal te verlaten. Hij neemt uitgebreid de tijd om een foto te laten maken en vertrekt. In de gang buiten de persconferentieruimte barst de gekheid los. Ik weet niet wat ik zie, want het staat zwart van de mensen. Iedereen probeert een foto van hem te nemen en scandeert zijn naam. Ik heb de hele week niet zo'n gekte gezien, bij geen van de sterren die er zijn geweest. Zelfs de gekte rond Ryan Gosling is niks vergeleken bij de idolatrie die Tarantino weet op te roepen. Ook het Palais-personeel staat tussen de menigte om te proberen een foto te maken met hun telefoon.


De interviews rondom Pride vinden plaats in de strandtent tegenover hotel Le Grand. Ze hebben de tafeltjes al neergezet en ik zal mijn 'ronde tafel' delen met een Belg en een Italiaan. Eerst krijgen we scenarioschrijver Stephen Beresford. Hij vertelt dat het verhaal van de homobeweging die de mijnwerkers steunde, nooit grote media-aandacht kreeg, waardoor het in de vergetelheid was geraakt. Hij hoorde er via via over in de homoscene, waar mensen het aan elkaar doorvertelden als iets bijzonders dat had plaats gevonden. "Ik vond het ongelofelijk toen ik het hoorde. Jaren zat het idee voor een film hierover in mijn hoofd. Toen ik besloot het te gaan schrijven, ben ik de mensen gaan zoeken, die hiermee te maken hadden gehad. Dat was best moeilijk, want het was de tijd voor Google. Gelukkig was er een filmpje op YouTube over de beweging en aan het einde kwamen even alle namen in beeld. Ik zette het scherm op pauze en besloot de meest aparte namen in het telefoonboek op te zoeken. Toen ik eenmaal contact had met de een, kon die me weer met een ander in contact brengen. Ik heb de meeste personages gebaseerd op deze echte mensen, een enkele is een samenvoeging van twee mensen. Het personage dat George MacKay vertolkt, is verzonnen. Tijdens het filmen kwam ook een aantal van de echte mensen naar de set. Ze vonden het geweldig dat hun bijzondere verhaal eindelijk aandacht kreeg. Ze hadden het denk ik niet meer verwacht."

Vervolgens schuift regisseur Matthew Warchus met acteur George MacKay bij ons aan. Ik heb MacKay na de Q&A al even gesproken en vond hem een hele sympathieke jongen, die duidelijk verrast is door alle aandacht die hij ineens krijgt. "Ik speelde als een van de weinigen een verzonnen personage," vertelt hij. "Dat gaf me meer vrijheid om het zelf in te vullen. Ik ben blij mee te hebben gewerkt aan een film, die zo een belangrijk verhaal vertelt."

Bekijk de afbeeldingDaarna is het tijd voor Dominic West om aan te schuiven. Voor mij een mooi moment, omdat ik zijn werk als acteur erg bewonder. The Wire is met stip mijn favoriete tv-serie aller tijden en recentelijk heb ik The Hour gezien, waarin hij eveneens een formidabele rol neerzet. Ik heb ook een hoop van zijn films gezien en in Pride was hij top. Als hij zich voorstelt, tovert hij de bekende grijns op zijn gezicht en voel ik al dat dit een uiterst leuk gesprek gaat worden. Dat blijkt zeker het geval. West is charmant zonder dat het gladjes overkomt, spontaan en grappig. Hij zegt rechtstreeks uit New York over te zijn komen vliegen, waar hij een tafellezing had voor een nieuwe serie. Maar van jetlag is geen enkele sprake. Wanneer hem gevraagd wordt naar de dansscène die hij doet in de film, springt hij op en doet hij de pasjes voor die hij het lastigst vond om te leren. "Het was vier maanden oefenen om dat voor elkaar te krijgen. Toen ik daarna mee ging naar de Noordpool met militairen, die gewond waren geraakt in Afghanistan, merkte ik wel fitter te zijn geworden. Ze vroegen me wat voor training ik had gedaan. Ik antwoordde danstraining. Het was namelijk de enige 'training' die ik op mijn naam had staan."

Of er een extra druk op hem lag met het spelen van iemand die nog leeft, antwoordt hij bevestigend. "Ik ben bij hem langs gegaan en het is een uiterst aardige kerel. Ik hoop maar dat hij blij is met het resultaat." Ik vertel dat de regisseur me net heeft verteld, dat hij voor degenen die in de film te zien zijn een speciale vertoning heeft geregeld. West valt bijna van zijn stoel. "Oh echt, ze hebben het al gezien! Dat wist ik niet, moet ik straks even aan Matthew vragen." Aan het eind van het interview vertelt West dat hij meer werk als regisseur zou willen doen, iets waar hij van geproefd heeft toen hij The Wire maakte en een aantal afleveringen regisseerde. Nu hij er zelf over begint, haak ik erop in. Ik hoopte hem al een en ander over de serie te kunnen vragen, maar wachtte op het juiste moment. Ik vraag hoe erop terugkijkt. Is hij trots op wat hij daarmee heeft gecreëerd? "Uiterst trots," antwoordt hij. "Het blijft vreemd als mensen me daarvan herkennen. Toen we de serie maakten, keek geen kip ernaar. Als ik in Engeland terug kwam, vroegen ze wat voor werk ik deed. Een serie genaamd The Wire in en over Baltimore zei ik dan. Mensen kenden het niet. Maar het is een serie die steeds meer mensen zijn gaan ontdekken. Nog steeds zijn er mensen die de serie voor het eerst zien en er weg van zijn."


Als het interview is afgelopen is er nog tijd voor een fotootje en is daarmee het festival voor mij officieel afgelopen. Terwijl ik over de Croisette loop, kom ik nog eenmaal langs het Palais. De openingstrack van Pulp Fiction klinkt vanaf de rode loper en er staat een massa mensen omheen, die allemaal Quentin roepen. Op het scherm naast de loper zie ik dat het inderdaad Tarantino is op de loper, die van oor tot oor glundert. Ik moet denken aan de opmerking van de Canadese journalist, want het is duidelijk dat hij inderdaad geniet van het ster zijn en dat ook werkelijk is. Hij heeft zelfs zijn Pulp Fiction-clubje bij zich. Uma Thurman zie je zelfs van een afstand door haar kanariegele jurk. Ze ziet er prachtig uit, maar als ze lacht zie je dat ze bijna geen spier meer kan bewegen. Het is nog niet zo erg als John Travolta die aan de andere kant naast Quentin staat. Hij heeft zijn zonnebril op maar heeft volgens mij ook heel wat werk laten doen, want zijn gezicht staat stijf in de plooi en zijn pruik glanst in de zon. Stijfjes doet hij de dansbewegingen na van zijn dansscène met Thurman. Facelift of niet, het heeft zijn effect op de menigte, die begint te gillen. Ik draai me om en loop op de muziek van Pulp Fiction richting het station. Het was een geslaagde Cannes-editie vol hoogtepunten, met een knaller van een afsluiter.

À l'année prochaine!

NieuwsFilm

meest populair