Met Avatar bracht James Cameron twee zaken naar de filmkijker. Dat was 3D, dat tot die tijd vooral als een gimmick bestond, en ook vormde de film een belangrijke doorbraak op het gebied van CGI. Nu er maar liefst vier vervolgen aangekondigd zijn, is het de vraag met welke innovaties Cameron ditmaal komt.
Daar gaf de filmmaker tijdens een speech iets meer duidelijkheid over. Toen Cameron erelidmaatschap bij de Society of Motion Picture and Television Engineers accepteerde, vertelde hij "grenzen te gaan verleggen". Belangrijk is volgens Cameron vooral innovatie op het gebied van 3D: "we hebben fellere projecties nodig en ik geloof dat het zonder glazen kan werken."
Daarop werd redelijk veel kritiek geleverd, maar het zorgt wel voor zeer realistisch beeld en het geheel is een stuk feller, wat van pas kan komen bij 3D. Volgens Cameron moet er daarom nog vooral een plek gevonden worden voor HFR en "zijn er films die hier voordeel uit kunnen halen". Waaronder dus mogelijk ook de Avatar-vervolgen.
Die zullen verder nog "veel watersimulaties" tonen en andere ingewikkelde zaken, zoals "samenvoegingen van water, lucht, vuur en andere complexe simulaties die allemaal essentieel worden voor de Avatar-films". In 2018 moet het eerste vervolg verschijnen.