Het was een goed jaar voor de Nederlandse bioscopen. In 2017 trokken zo'n 36 miljoen Nederlanders richting de cinema, het hoogste sinds 1996. Tegelijk is de omzet ook groter dan ooit: er werd 300 miljoen euro verdiend met de verkoop van tickets, waarmee het financieel het beste jaar ooit is voor de sector.
Dat is een mooie ontwikkeling, want je zou bijna denken dat het niet per se beter gaat met bioscopen. Het lijkt er echter op dat het grote aantal schermen dat Nederland rijk is, gewoon goed genoeg functioneert voor een bloeiende sector. Afgelopen jaar gingen 5,3 procent meer mensen naar de bioscoop dan het jaar eerder. Gemiddeld ging elke Nederlander daarmee 2,1 keer per jaar naar een film in de bioscoop en dat is het hoogste gemiddelde sinds 1978.
Opvallend is dat Nederlandse films het niet zo goed deden als wellicht verwacht mag worden. Er staat er geen enkele in de lijst van best presterende bioscoopfilms, waarmee dat voor het eerst sinds 1997 is. De grootste lokaal gemaakte bioscoophit was Soof 2 ,die in 2016 in première ging maar begin 2017 nog te zien was. Die trok 355.000 mensen naar de zalen. Het aandeel van Nederlandse films blijft tot slot relatief laag: 12 procent.