Begin jaren zeventig had Eastwood net succes geboekt met Dirty Harry, de film die hem tot symbool maakte van de hardhandige politieman met een moreel grijs randje. Toen hij vervolgens de hoofdrol in Death Wish aangeboden kreeg, besloot hij verrassend genoeg om het project naast zich neer te leggen.
Verhaal
De film, geregisseerd door Michael Winner, vertelt het verhaal van Paul Kersey, een architect die wraak neemt nadat zijn vrouw wordt vermoord en zijn dochter wordt aangevallen. De rol ging uiteindelijk naar Charles Bronson, die er zijn bekendste personage aan overhield en vier vervolgen maakte.
Met Death Wish groeide Bronson uit tot hét gezicht van de wraakfilm uit de jaren zeventig. Toch was het concept destijds uiterst controversieel. Critici verweten de film dat hij geweld verheerlijkte en vigilantisme aanmoedigde, terwijl het publiek de film juist omarmde als rauwe fantasie in een tijd van toenemende misdaad.
Duidelijke afwijzing
Eastwood had echter geen behoefte om opnieuw een man te spelen die het recht in eigen hand neemt. Hij vond dat hij met Dirty Harry al genoeg had bijgedragen aan het genre. Volgens de Los Angeles Times zei hij over zijn afwijzing: [/i]"Soms draait deze business niet om het doen van wat logisch is."[/i]
De acteur stelde zelfs collega Gregory Peck voor als alternatief, maar de studio koos uiteindelijk voor Bronson. Terwijl Death Wish uitgroeide tot een kaskraker met ruim 22 miljoen dollar opbrengst, bleef Eastwood trouw aan zijn eigen pad als acteur én regisseur.
Terugkeer
Eastwood zou later nog vier keer terugkeren als Harry Callahan en zelf de regie oppakken van films als Unforgiven en Gran Torino, waarin hij opnieuw de dunne lijn tussen gerechtigheid en wraak onderzocht. Zijn keuze om Death Wish af te wijzen bleek achteraf geen gemiste kans, maar juist een bewijs van zijn sterke intuïtie.