On Her Majesty's Not So Secret Service: James Bond de imperialist

Vandaag is het Global Bond Day. FilmTotaal blikt terug op vijftig jaar James Bond.

George Lazenby speelde slechts eenmaal James Bond, in 1969 in On Her Majesty's Secret Service. Hij sloeg een aanbod van zeven films af omdat Bond volgens hem snel uit de mode zou raken en niet meer van deze tijd was (ingefluisterd door hippievrienden). Hij had ongelijk, maar eigenlijk ook weer niet. Want James Bond is vanaf het begin al snel niet meer van de tijd, maar eerder een imperialistische vertegenwoordiger van het Britse Rijk die de wereld zijn wil oplegt, als waren de Britten nog de baas. Toch heeft hij een universele aantrekkingskracht, en mede daarom is het vandaag, 5 oktober, Global Bond Day. Hoe kan dat eigenlijk?

Global Bond Day is natuurlijk een publiciteitsstunt om de aandacht wereldwijd op James Bond te vestigen en de nieuwe film Skyfall te promoten. Vandaag wordt daarom officieel de nieuwe Bondsong van Adele gelanceerd en zijn er op meerdere plekken in de wereld activiteiten rondom Bond, waaronder vertoningen van On Her Majesty's Secret Service, Dr. No en The Spy Who Loved Me in het EYE Filmmuseum vanaf vijf uur 's middags tot in de nacht. Zulke screenings vind je overal op aarde, want agent 007 van de Britse geheime dienst MI6 heeft in de afgelopen vijftig jaar (op vijf oktober 1962 was de première van de eerste Bondfilm, Dr. No) de wereld terugveroverd voor het Britse Rijk.

Zo nu en dan hield de creatie van schrijver en bedenker Ian Fleming op het witte doek zich nog wel eens bezig met echt spionagewerk, maar al snel ontwikkelde hij zich tot de imperialist die hij nu nog steeds is. Waar een spion normaal zal proberen niet op te vallen, walst Bond binnen, kondigt zich aan met zijn eigen naam en trekt met zijn verschijning en gedrag de aandacht naar zich toe. Hij verovert de vrouwen van vriend en vijand, en verslaat zijn tegenstanders regelmatig met veel bombarie. Dat doet hij vaak door hen te laten denken dat ze hem verslagen hebben en die arrogantie tegen hen te gebruiken. Oftewel: hij straft hen voor het idee dat iemand beter is dan de Britten.

Eigenlijk is hij op die manier niet helemaal van deze tijd. En dat is hij zelden echt geweest. In Goldfinger gruwelt Connery al van de Beatles. Soms lijkt hij even met de tijd mee te gaan. Na het ouderwetse machismo en seksisme van Connery's tijd lijken er in On Her Majesty's Secret Service nieuwe tijden aan te breken met een veel sterkere vrouwenrol (Diana Rigg) waar Bond hard voor valt. In de films van begin jaren zeventig zien we echter weer de ene na de andere domme miep in bikini voorbijkomen.

Daarna trekt dit weer bij en komt de intelligentie weer terug, hoewel dat met vallen en opstaan gaat, totdat in GoldenEye echt gebroken wordt met het verleden door onder andere Judi Dench als M. te casten, de voorheen mannelijke baas van Bond. Sindsdien zijn de Bondgirls regelmatig de gelijke van Bond. Ook 007 zelf verandert door de jaren heen. Connery zet de toon met zijn suave optreden. Altijd een grap klaar, maar ook dodelijk (letterlijk!) serieus als het moet, en natuurlijk altijd goed gekleed. Na de jaren zestig slaat men een humoristische, lichtere weg in met Roger Moore, die prima met oneliners en dames overweg kan maar toch minder overtuigend is als agent met een ‘licence to kill’.

Een ander groot verschil tussen het Connery-tijdperk en de Moore-periode is dat in de jaren zestig de Bondfilms hippe trendsetters zijn, maar daarna de trends najagen. Moore bevindt zich opeens in blaxploitation- (Live and Let Die) of kungfufilms (The Man With The Golden Gun) en Moonraker vindt zelfs gedeeltelijk in de ruimte plaats met lasergevechten vanwege de populariteit van Star Wars. Eind jaren tachtig en zeker in de jaren negentig zie je de invloed van de moderne actiefilm ook duidelijk terug in de filmreeks. Het tempo is hoger en de actiescènes zijn grootser opgezet.

De serieuzere toon van de twee recente films met Daniel Craig is ook een reflectie van de huidige trend van ernstige, duistere actiefilms, en dan met name de Jason Bourne-films. De laatste Bond, Quantum of Solace, ging zelfs zo ver in de poging Bourne te imiteren qua stijl en toon dat hij nog nauwelijks te herkennen was als Bondfilm – vooral de kenmerkende humor ontbrak. De films met Craig zijn een reset van de Bond-saga voor de eenentwintigste eeuw, waarin Bond opnieuw het vak leert. Toch is hij nog altijd dezelfde Britse imperialist die elke ruimte die hij betreedt voor zich claimt alsof het kolonies van het Rijk zijn (in de trailer voor de nieuwe film Skyfall verwijst de schurk hier zelfs naar).

Ondanks deze achterhaalde instelling geldt voor James Bond nog altijd het devies “men want to be him, women want to be with him”. Sexappeal en glamour zijn tijdloos, en dat heeft Bond nog altijd in voorraad. Nostalgisch verlangen naar vergane tijden speelt natuurlijk ook een rol. Vernieuwing van de Bond-formule is altijd welkom, maar de meeste fans willen ook weer niet te veel vernieuwing – de unieke Bond-identiteit moet worden behouden. Kan de nieuwe reeks films met Craig aan deze eisen voldoen, of het roer zodanig omgooien dat het hele Bond-concept geherdefinieerd wordt?

Deze derde film zal dit moeten laten blijken. In het verleden was dat al meerdere keren de belangrijkste film voor de desbetreffende acteur: In Goldfinger werden alle vaste kenmerken en clichès vastgesteld, en The Spy Who Loved Me is dé Roger Moore Bondfilm bij uitstek. Beide zijn ook de populairste Bond van dat decennium geworden. Of Skyfall zulke verwachtingen kan waarmaken is nog maar de vraag. De trailer ziet er veelbelovend uit, maar het lijkt wel alsof het afgelopen is met de typische Bondhumor. En dat zou toch jammer zijn, want niet alle Bondtradities zijn achterhaald en aan vernieuwing toe.

NieuwsFilm

meest populair