Er is al veel geschreven over het groeiende aantal blockbusters van filmstudio’s uitbrengen. Ze steken met alle plezier 200 miljoen dollar in een project, en hebben in ruil daarvoor hoge verwachtingen. Scenarist Damon Lindelof had tijdens een interview met Vulture hier interessante zaken over te vertellen.

Hij erkent in het interview wel zelf schuldig te zijn aan het bedenken van grote, explosieve momenten, maar benadrukt wel ”enigszins de interesse in de vernietigingsporno verloren te hebben.”

Maar, vervolgens ging Lindelof in op waar volgens hem het probleem precies ligt. ”We leven in een commerciële wereld, waarin je van die ‘trailer momenten’ moet hebben. Het moet groot, indrukwekkend en bevredigend voelen, vooral als het aankomt op de zomerblockbusters.”

”Als je meer dan honderd miljoen dollar aan een film uitgeeft, moet je de wereld redden. En als je daarmee begint, moet je simpelweg een MacGuffin bedenken die gebaseerd is op als ‘ze dit uit zetten’, of ‘als ze dit portaal sluiten’, of ‘deze bom deactiveren’, of ‘dit geneesmiddel uitvinden’, ze dan de wereld redden. Er zijn niet veel manieren om dat uit te voeren. En op veel manieren word je er een slaaf van, en moet je het keer op keer opnieuw doen.”

Het is natuurlijk wel ironisch dat Lindelof klaagt over de aanpak die Hollywood de afgelopen jaren hanteert. Alles moet groter, sneller en beter. Maar, hij erkent zelf natuurlijk ook al achter films als Prometheus, Cowboys & Aliens en Star Trek Into Darknes te zitten. Dat hij waarschuwt voor deze aanpak, is een teken dat lang niet iedereen meer zin heeft in de blockbusters.