Afgezaagde wolkenkrabbers, verwijderd onkruid en onteigende kinderen [Imagine 2016]

Afgezaagde wolkenkrabbers, verwijderd onkruid en onteigende kinderen [Imagine 2016]

Alex van Warmerdam gaf een masterclass. Of nou ja... hij liet zich interviewen.

De Imagine-traditie om jaarlijks een genrefilmmaker te bekronen voor zijn oeuvre, lijkt gaandeweg in onbruik te raken. Twee jaar geleden viel Alejandro Jodorowsky nog deze eer ten beurt (al kwam de Chileense cineast toen wegens ziekte niet opdagen), maar zowel deze editie als de vorige stond er geen eregast ingepland. Beschikbaarheid kan natuurlijk een obstakel zijn (vooral bij drukbezette filmmakers), maar zoals in het verleden bleek, hoeft de eregast niet per se een Hollywoodheld als Tim Burton, Neil Jordan en Terry Gilliam te zijn, maar worden Nederlanders als Paul Verhoeven, Dick Maas en Rutger Hauer ook verwelkomd. Het roept de vraag op waarom regisseur-schrijver-acteur Alex van Warmerdam nog nooit in het zonnetje is gezet. Want hoewel zijn producties doorgaans als arthouse worden gecategoriseerd, zijn de invloeden van genrecinema onmiskenbaar. Gelukkig was een oeuvreprijs niet noodzakelijk om Van Warmerdam naar EYE te krijgen; voor een masterclass doet hij het ook wel.

Nu is de term ‘masterclass’ op Imagine altijd een beetje misplaatst. De aanwezigheid van Van Warmerdam resulteert namelijk niet in een presentatie of college, maar simpelweg een anderhalf uur durend gesprek waarin programmeur Phil van Tongeren de filmmaker uithoort over zijn oeuvre. Gezien het thema van dit jaar ligt de focus op de architectuur en ontwerpen in zijn films en dan heb je aan Van Warmerdam een goede gesprekspartner. Hij is namelijk niet gauw tevreden over de locaties en sets waarop hij filmt. Bij zijn regiedebuut Abel botste hij met zijn art-director toen die met een achtergrondomgeving vol wolkenkrabbers kwam aanzetten. Van Warmerdam stond meer iets voor ogen als de wereld uit de Kuifje-strips: “Meer zoals Brussel, vol middelhoge gebouwen met platte daken.” Het leidde ertoe dat de wolkenkrabbers moesten worden afgezaagd en de art-director een van de weinige crewleden was die niet terugkeerde voor een volgende film.

Locaties zijn voor Van Warmerdam dan ook nooit een bijkomstigheid, maar een prioriteit en vaak zelfs zijn startpunt. Zo ontstond De Noorderlingen simpelweg vanuit het idee van een eenzame straat in een nieuwbouwwijk, deels geïnspireerd op de periode uit zijn jeugd toen de familie van Warmerdam in de eerst gebouwde straat van een nieuwe wijk woonde. Een getoond fragment over zijn laatste film Schneider vs. Bax laat zien in welke mate de omgevingen daarin het resultaat waren van digitale hulpmiddelen. Hierin zegt Van Warmerdam veel van Nederland als een aangelegd recreatiegebied te zien, wat het ongeschikt maakt voor de abstracte wereld waar hij op uit is. Daarop terugkijkend durft hij zichzelf best een beetje obsessief te noemen. Bij een eerdere film ging hij zelfs hoogstpersoonlijk op zijn knieën om het onkruid tussen de straatstenen te verwijderen.

Voor Kleine Teun en De Laatste Dagen van Emma Blank ging hij nog een stapje verder door respectievelijk een boerderij en een huis te laten bouwen. Dergelijke beslissingen leidden tot gedoe met het Filmfonds, aangezien Nederland geen gebrek zou hebben aan huizen en boerderijen. Van Warmerdam doet dit af als een financieel argument terwijl film juist om artistieke argumenten zou moeten draaien. “Het is toch volstrekt normaal dat je iets wat je zelf verzint ook zelf gaat bouwen?” Overigens werd voor Kleine Teun aanvankelijk wel degelijk gezocht naar een bestaande boerderij, maar alle geschikte waren waren omringd door bomen, wat niet paste het plaatje dat Van Warmerdams in gedachten had. Wanneer Van Tongeren voorzichtig vraagt of het niet mogelijk was deze weg te halen, reageert de filmmaker geschrokken: “In Nederland bomen omzagen?!”

Intrigerend genoeg zijn juist Kleine Teun en De Laatste Dagen van Emma Blank de enige twee titels in het oeuvre die niet gebaseerd zijn op originele filmscenario’s, maar op reeds bestaande toneelstukken die Van Warmerdam eerder in het theater tot leven bracht. Hij zegt dat in de toekomstig niet meer te zullen doen. “Wanneer je een film vanaf nul bedenkt en maakt, wordt het sneller een autonomer eindproduct. Bij het verfilmen van toneelstukken kun je nog zoveel werken en schaven, maar je krijgt het bronmateriaal er nooit helemaal uit. Daardoor is de kick uiteindelijk kleiner.” Het verklaart misschien waarom hij het bij deze films zo belangrijk vond gebruik te maken van eigen ontworpen gebouwen: op die manier was er toch nog iets nieuws aan.

Hoewel het gehele filmoeuvre van Van Warmerdam zich in minder dan vijftien uur laat bekijken, lijkt Van Tongeren er op momenten beter mee bekend te zijn dan Van Warmerdam zelf, ondanks de jaren aan werk die hij erin heeft gestoken. Hij benadrukt regelmatig geen kenner te zijn van zijn eigen werk. “Ik kijk mijn films nooit terug. Of nou ja, Kleine Teun was acht jaar geleden op televisie. Die heb ik toen wel gezien.” Wanneer fragmenten uit zijn films worden getoond, is Van Warmerdam vaak uiterst kritisch: te toneelmatig, te stroef, te hoekig. “Ik schaam me er niet voor, maar het komt allemaal wel steeds verder weg te liggen. Het wordt iets van vroeger, van lang geleden.” Haast alsof het kinderen zijn die hij op de wereld heeft gezet en heeft grootgebracht, maar daarna de wereld in heeft gestuurd en er alle contact mee heeft verbroken.

In zijn introductie vertelt Van Tongeren dat in Van Warmerdams werk nooit rechtstreeks aan andere films wordt gerefereerd. Ook in hun gesprek gebeurt dat nauwelijks. De Alfred Hitchcock-klassieker Vertigo wordt weliswaar eenmaal genoemd, maar enkel om aan de meer dan driehonderd aanwezige toeschouwers het befaamde tromboneshot uit te leggen. Van Warmerdam noemt zichzelf dan ook geen student van film. Het klinkt als een benadrukking van zijn behoefte een onafhankelijke cineast te zijn, schatplichtig aan niemand. Interessant dus dat bij het bespreken van zijn voorlaatste productie Borgman vanuit het niets Wrong Turn 2 wordt aangehaald. Van dit tweede deel in een niet bijster hooggewaardeerde Amerikaanse horrorreeks prijst hij het beginstuk om zijn effectiviteit, waarna hij direct zegt dat de rest ervan weinig voorstelt en dat horror niet bepaald zijn favoriete genre is. Typisch Van Warmerdam: hij trekt zich van weinigen iets aan en vindt zodoende inspiratie op de meest onverwachte plekken.

NieuwsFilm

meest populair