Cannes 2014: deel 4 [blog]

Feesten met een Duitse prinses, Mickey Rourke tegen het lijf lopen op de boulevard en de heren van Foxcatcher.

Gisteravond kreeg ik een uitnodiging voor de launch party van de film Hedda Gabler. Waar de film over ging, werd tijdens het feest niet duidelijk. Het was vooral een gelegenheid voor mensen om te netwerken op het dakterras van het Five Seas Hotel in Cannes, om de hoek van de Croisette. Uiteraard werd ook bij dit feestje niet op de centen gekeken. In de ene hoek werd verse risotto gemaakt door een chef, naast de dj stond een rosébar en verderop stonden lepels met amuses van verse zalm met een eigenaardig sausje. Hoewel het er niet overliep van de bekende gezichten (die waren op dat moment allemaal op de rode loper bij de première van The Rover hun beste beentje aan het voorzetten), waren er wel veel producenten en societyfiguren. Zo raakte ik in gesprek met een Duitse prinses, die in Duitsland een programma op de buis heeft. Het is typisch Cannes, van alles en iedereen loopt er deze week rond, op zoek naar distributie, publiciteit of gewoon aandacht.

Na afloop van het feestje liep ik een stukje over de Croisette, waar in elk hotel of strandtent wel een besloten party werd gehouden. De celebs die over de boulevard struinen, zie je in het donker al van verre aankomen, omdat ze omringd worden door het geflits van camera's. Ook ik ontwaarde iemand die vanwege alle commotie ongetwijfeld heel bekend moest zijn. Pas van dichtbij besefte ik dat de man met het gehavende uiterlijk die recht op me afliep niemand minder was dan Mickey Rourke. Die was vast op weg naar een van de besloten party's.

Vanmorgen ging ik vroeg weer richting het Palais om een plekje te kunnen bemachtigen bij de persconferentie van Foxcatcher. Deze film vertelt het waargebeurde van Olympisch kampioen worstelen Mark Schultz, die besluit wraak te nemen op de schizofrene man die zijn broer heeft vermoord, eveneens een Olympisch kampioen worstelen. De drie hoofdrollen worden vertolkt door Channing Tatum, Steve Carell en Mark Ruffalo en de regie is in handen van Capote-regisseur Bennett Miller. Allen zijn aanwezig om de pers te woord te staan, dus er is veel belangstelling van mijn medejournalisten. Vorig jaar had ik een gele perskaart, de laagste in de hiërarchie en moest ik wachten tot het laatste moment of er nog een plekje vrij was. Er was me verteld dat als ik veel artikelen zou maken over Cannes, je vaak als beloning het jaar daarop een 'hogere' kaart krijgt. Ik ben nu dus de trotse bezitter van een blauwe kaart, waardoor ik ineens vrij snel naar binnen mag, terwijl mijn collega´s met een gele kaart moeten wachten. Ik weet een plek op de tweede rij te bemachtigen. Het is al snel duidelijk waarom deze mooie plek nog vrij is: het klapbureautje is kapot waar je een notitieblok of laptop op kan zetten. Mij maakt dat niet uit, ik maak mijn aantekeningen wel gewoon op schoot, zoals je dat meestal moet doen.


Wanneer de heren arriveren, wordt het een gekte voor het podium waar ze plaats gaan nemen. Na binnenkomst mag iedereen even een foto nemen, maar een paar Chinese journalisten worden helemaal waus als Steve Carell binnenkomt. En al zijn ze klein, ze houden hun camera hoog in de lucht en klikken zonder te kijken, daarmee het beeld voor de anderen (zoals ik) belemmerend. Maar met een duw hier en daar lukt het nog wel een of twee foto's te maken van de acteurs en regisseur zonder dat driekwart van het beeld wordt geblokkeerd.

De persconferentie gaat vooral over de manier waarop je met een onderwerp moet omgaan, wanneer het gebaseerd is op echte mensen. Mark Schultz leeft nog en heeft flink wat tijd doorgebracht met Channing Tatum, die hem in de film vertolkt. Tatum zei daar voorafgaand aan het filmen veel aan te hebben gehad. Op die manier wist hij zich de maniertjes van de man eigen te maken, die weer bijdroegen om zijn rol zo driedimensionaal mogelijk neer te kunnen zetten. Mark Schultz kwam zelfs mee naar de set, al vond Tatum dat kennelijk minder leuk. "Ik vond het heel moeilijk om iemand neer te moeten zetten, die even verderop zat mee te kijken," vertelt hij. "Ik was dankbaar voor de dingen die hij me kon meegeven om er een goede prestatie van te maken, maar het was doodeng om hem te moeten spelen waar hij bij was." Een paar vragen verder vertelt Miller pas hoe de situatie die Tatum beschreef uiteindelijk werd opgelost. Hij zag hoe moeilijk Tatum het vond en vroeg Schultz daarom niet te komen. Tatum kijkt er een beetje ongemakkelijk bij, wanneer dit wordt verteld. Wellicht dat hij hier niet zulke fijne herinneringen aan heeft, wat verklaart dat hij dit deel wegliet toen hij zelf een vraag hierover beantwoordde.

Bekijk de afbeeldingEen mooi moment in de persconferentie komt wanneer iemand een vraag stelt over de vergelijking die gemaakt kan worden tussen Capote en Foxcatcher op het acteervlak. In beide films lijken de acteurs helemaal in de huid te kruipen van hun personage. Miller heeft duidelijk moeite met antwoorden op deze vraag, waarin wijlen Philip Seymour Hoffman wordt aangehaald. "Ik word emotioneel van deze vraag," zegt hij. "Ik wilde de vraag daarom eigenlijk niet eens beantwoorden. Ik heb gewerkt met acteurs, zoals met deze jongens die hier nu zitten, die bereid zijn om compleet vertrouwen in mij te leggen. Ik zal de rest van mijn leven dankbaar zijn hiervoor." Even lijkt hij compleet in tranen uit te barsten en iedereen (inclusief de acteurs op het podium) houden de adem in, want het lijkt erop dat een volgend woord zal zorgen voor wat Oprah Winfrey de 'ugly cry' noemt: het oncontroleerbaar overgeven aan het snikken. Maar na een paar keer slikken en een klopje op de rug van Tatum, weet Miller zich te herpakken en besluit hij een en ander over Steve Carell te vertellen. "Steve doet in deze film iets heel bijzonders, dat compleet buiten zijn comfort zone ligt. Vanaf het moment dat ik hem vertelde over dit project deelde hij mijn visie over hoe dit personage moest worden. Hij ging daarbij niks uit de weg, maar gaf zich over aan de rol." Links met tekst eromheen Steve Carell vult het aan door te zeggen dat hij nog nooit aan een project heeft meegewerkt, waarbij de eerste visie exact zo uitpakte als het eindproduct. Dit wordt daarna eigenlijk tegengesproken, wanneer Miller vertelt dat meer dan vijftig procent spontaan werd bedacht op de dag van het filmen of geïmproviseerd is. Een grappig moment volgt wanneer Steve Carell zegt de regisseur credit te geven voor het eindproduct. Bennett zegt meteen dat het in zijn ogen de acteurs zijn. "And we all credit the producers," sluit Carell met komische timing af. Daarna is het alweer voorbij en barst de gekte goed los. Een aantal mensen rent naar voren en klimt op het podium met posters om ze door Carell te laten signeren. Weer gaat het ze alleen om Carell en hoor je alleen maar "Steve please, here Steve." Buiten de persconferentie staan nog meer mensen te wachten, die een krabbel hopen te scoren of een glimp van Channing Tatum op te vangen. We hebben het hier alleen over mensen die een pas hebben voor het festival, want zonder kom je het Palais niet binnen. Het gekheidsgehalte is een stuk hoger dan vorig jaar. Misschien moeten ze toch wat zorgvuldiger omgaan met het toekennen van accreditatie.


Een paar uur later ben ik net te laat voor de persconferentie van Maps to the Stars, de nieuwe film van David Cronenberg met Robert Pattinson en Julianne Moore in de hoofdrollen. Ik volg hem via het tv-scherm buiten de zaal. Het lijkt een gezellige boel daarbinnen. Pattinson maakt grapjes over de bedkunsten van zijn medespeelsters en John Cusack neemt op zijn gemak hijsjes van zijn elektronische sigaret. Na afloop lopen ze allemaal vlak langs me heen en verdwijnen ze allemaal zo snel mogelijk. Alleen de jonge acteur van het gezelschap, Evan Bird, loopt naar de handtekeningenjagers, die op afstand worden gehouden. Hij gaat met ze in gesprek en lijkt de aandacht oprecht leuk te vinden. Iemand vraagt hem of hij door de roem nu gaat veranderen in een Hollywood-brat, zoals hij speelt in Maps to the Stars. Hij wordt een beetje rood en stamelt dat hij dat niet van plan is. Pas als hij voor de derde keer door de beveiliging wordt gevraagd door te lopen, vertrekt hij.


Het volgende onderdeel van de dag wordt het kijken van een film. Eerste keuze is Le Meraviglie, alleen kom ik daar net niet binnen. Wel ontmoet ik in de rij een editor, die een korte film genaamd Indigo in Cannes heeft draaien. Terwijl we in de rij staan, blijkt het om een hele korte (maar wel interessante) animatiefilm te gaan, want hij laat hem me helemaal zien op zijn telefoon. Was het wachten in de rij tenminste ergens nog leuk. Daarna besluit ik Turist te bezoeken. Deze film is onderdeel van Un Certain Regard en hier in Cannes een behoorlijke hype. Die is helemaal verdiend, want de film verrast mij compleet. Hij gaat over een man die met zijn familie op skivakantie is. Tijdens een lunch in de bergen komt een lawine op hen af. Ze denken bedolven te worden. De vrouw pakt de kinderen, de man zet het in zijn eentje op een lopen. De lawine bereikt net niet het restaurant, maar de gebeurtenis verandert de verhouding tussen vader en moeder compleet. De film zit vol herkenbare dingen over relaties, maar is bovenal ontzettend grappig. Er zijn vele momenten, die de zaal in lachen doen uitbarsten. Daarnaast is de omgeving prachtig in beeld gebracht. Een echte aanrader dus, die me blij maakt dat Le Meraviglie vol zat.

Daarmee sluit ik mijn dagje Cannes weer af. Morgen belooft weer een volle dag te worden, omdat ik dan nog een paar films ga proberen mee te pakken. À demain!

NieuwsFilm

meest populair