Sleep Tight
Recensie

Sleep Tight (2011)

Jaume Balagueró joeg ons de stuipen op het lijf met [REC]. Zijn nieuwste film, de gitzwarte thriller Sleep Tight, bewijst dat hij ons ook zonder (veel) bloed en zombies kan laten gruwelen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 34 sec
Regie: Jaume Balagueró | Cast: Luis Tosar (César), Marta Etura (Clara), Alberto San Juan (Marcos), Petra Martínez (Verónica), Iris Almeida (Úrsula), e.a. | Speelduur: 102 minuten | Jaar: 2011

César is conciërge van een appartementencomplex. Op het eerste gezicht heeft hij een prima baantje: de bewoners groeten hem vriendelijk en maken graag een praatje met hem. Er is echter iets mis met César: hij kan niet gelukkig zijn. Al van jongs af aan kent César het geluksgevoel niet. Helaas voor hem kent hij wel andere emoties zoals haat, afgunst en jaloezie. Gedreven door die gemoedstoestand neemt César zich voor om ervoor te zorgen dat de mensen om hem heen ook niet gelukkig kunnen zijn.

En dus zijn de huurders van het appartementencomplex de pineut en in het bijzonder de mooie en altijd vrolijke Clara. Haar constante goede humeur is César een doorn in het oog en dankzij de sleutels die hij als conciërge heeft, treedt hij haar woning binnen als ze er niet is, waar hij allerlei narigheid uithaalt om haar het leven zuur te maken. Dit blijkt echter niet genoeg om haar uit het lood te slaan. Clara's optimisme is onuitputtelijk en dwingt César tot nog ingrijpender middelen. Clara's overbuurmeisje heeft hem echter in de smiezen en gebruikt die wetenschap om César te chanteren...

Jaume Balagueró regisseerde samen met Paco Plaza de zombiefilm [REC], wat een schot in de roos was: de film won diverse festivalprijzen, was financieel een succes en er kwam een Amerikaanse remake. De twee maakten samen ook nog een vervolgdeel, maar sindsdien gaan de heren weer hun eigen weg. Geen [REC]3: Génesis voor Balagueró dus, maar wel Sleep Tight.

We mogen blij zijn met zijn keuze: Sleep Tight is een angstaanjagende thriller geworden die begint als een zwarte komedie. Aanvankelijk is de humor van Césars plagerijen nog wel in te zien. Bijvoorbeeld als hij het hondje van een oudere bewoonster expres het verkeerde voer geeft waardoor het diertje diens woning onderpoept. Maar al snel nemen Césars daden steeds onaangenamere vormen aan en wordt de toon almaar grimmiger. De film wordt voortgestuwd door de uitstekende acteurs. Luis Tosar is griezelig intens als César en Marta Etura is charismatisch en charmant als Clara. Het knappe is dat beide hoofdpersonen niet tot karikaturen vervallen maar als mens geloofwaardig blijven; zelfs als César zich ontpopt tot een nietsontziende psychopaat blijft hij ergens toch sympathiek. En hoe aardig Clara ook is, ook zij kan soms een bitch zijn. Een ander sterk punt van de film is het inventieve plot. De combinatie van Césars creatieve, maar risicovolle pesterijen en het bemoeizieke buurmeisje leveren enkele onverwachtse wendingen op. Spanning ligt daardoor altijd op de loer.

De beangstigende boodschap die Balagueró meegeeft, is dat het nergens veilig is. Ook op plekken waar men zich op zijn gemak voelt, zoals in hun eigen huis, kan het kwaad toeslaan. Dit akelige idee loopt als een rode draad door de film. Telkens valt uit onverwachtse hoek nog een klap. Aan het einde blijf je verbaasd en murw gebeukt zitten.