Shocking Blue
Recensie

Shocking Blue (2010)

Coming-of-agedrama van Mark de Cloe dat zich afspeelt in de tulpenvelden. Sprookjesachtig Nederland.

in Recensies
Leestijd: 2 min 58 sec
Regie: Mark de Cloe | Cast: Lisa Smit (Manou), Ruben van Weelden (Thomas), Niels Gomperts (Jacques), Jim van der Panne (Chris), Dragan Bakema (Wojtek), Caro de Jonge (Chantal), Nienke Westerhof (Moeder Thomas) e.a. | Speelduur: 82 minuten | Jaar: 2010

Een poëtische kalverliefde in de Hollandse tulpenvelden op bijna sprookjesachtige wijze in beeld gebracht: dat klinkt als een film van Mark de Cloe. is pas zijn tweede lange speelfilm, maar qua thematiek betreedt de regisseur hier geen vreemd terrein. Na onder andere de (dat uit vierendertig korte films bestaat), de televisieserie en de vorig jaar verschenen bioscoopfilm bewijst de Cloe opnieuw dat hij als geen ander weet hoe je beeldtaal doeltreffend gebruikt om een thema als verliefdheid vorm te geven. Want wie had ooit gedacht dat zelfs bollenvelden, broeierige kassen en bemodderde gezichten schitterende cinematografie zouden opleveren?

Midden in de bollenvelden banjeren Thomas, Chris en Jacques, drie jongens die al sinds ze zich kunnen heugen vrienden zijn. Hoewel ze alle drie totaal verschillende jongens zijn, kijken ze samen voetbal, rijden ze op hun brommers rond en proberen ze zo dicht mogelijk op elektriciteitskabels te pissen en elkaar af te troeven in ‘mooi doodliggen’. Een hechte vriendschap dus. De introverte Thomas heeft maar weinig oog voor meisjes, terwijl Jacques zich met zijn zestien jaar al een hele playboy waant. Wanneer het stel op een feestje Manou tegen het lijf loopt, is Thomas direct onder de indruk van haar. Manou wordt echter voor zijn neus weggekaapt door Jacques met zijn vlotte praatjes. De volgende ochtend is de jaloezie nog niet bekoeld; terwijl de drie bezig zijn met een tractor op het land, slaat het noodlot toe…

De titel van de film slaat op de tulp die Thomas van plan is te gaan kweken. Een blauwe tulp, eentje die echt ‘shocking blue’ wordt. Het is een aardige metafoor voor de onbereikbaarheid van de dromen die de jongens tevergeefs najagen - een blauwe tulp bestaat niet. De drie barsten van de idealen, klaar om de wereld te veroveren en te laten zien wie ze zijn. Daar denkt de wereld echter anders over en de donderslag waarmee de realiteit op hun pad komt is dan ook wat dit coming-of-agedrama zo goudeerlijk maakt. Hier geen voorbeeldige kinderen die de meest vreselijke situaties te boven komen, maar jonge mensen die worstelen met al hun onvolkomenheden en schuldgevoelens.

Dat de vriendschap tussen de hoofdpersonages zo vanzelfsprekend aanvoelt, zal voor een groot deel te maken hebben met Mark de Cloe, die zelf tussen de tulpenbollen opgroeide en dus rijkelijk uit zijn eigen jeugd kon putten. Het verhaal is eenvoudig, de dialogen soms nét wat te braaf en gekunsteld, maar de vrienden blijven voor de kijker interessant. Dat komt vooral door het uistekende spel van vooral Ruben van Weelden en Lisa Smit. En dat terwijl hun personages behoorlijk gesloten zijn, waardoor veel afhangt van de mimiek van de spelers. Met veel close-ups wordt de intimiteit met de personages vergroot, waarbij duidelijk wordt dat in de liefde de woorden die niet worden uitgesproken de mooiste zijn. Liefde is een gevoel.

Dat gevoel weet de Cloe uitstekend te verbeelden. Het akkerlandschap met bloeiende tulpen is een constante allegorie voor gevoelens. is daarom vooral te prijzen om de poëtische toon, die vergelijkbaar is met die van . Een hand strijkt door haren onder het geruis van de zee, glinsterend zand glijdt tussen vingers door en velden baden in zonlicht. Het is bijna sprookjesachtig. Zo zie je Nederland niet vaak.