Recensie

The Last House on the Left (2009)

Deze remake van de nihilistische culthorror van Wes Craven is vooral qua spanning een enorme verbetering.

in Recensies
Leestijd: 2 min 48 sec
Regie: Dennis Iliadis | Cast: Garret Dillahunt (Krug), Sara Paxton (Mari Collingwood), Tony Goldwyn (John Collingwood), Monica Potter (Emma Collingwood), Spencer Treat Clark (Justin) e.a. | Speelduur: 110 minuten | Jaar: 2009

In 1960 maakte Ingmar Bergman The Virgin Spring, waarin een echtpaar de verkrachters en moordenaars van hun dochter bij toeval ontvangt. Zodra de ouders erachter komen wie ze in huis hebben, nemen ze kil wraak. Wes Craven maakte in 1972 van deze studie naar beschaving en de menselijke natuur de goedkope exploitatiefilm The Last House On The Left en lanceerde hiermee zijn carrière als horrorregisseur, hoewel hij pas echt doorbrak met A Nightmare On Elm Street. Ook Sean S. Cunningham, producer van het origineel, is befaamder om een andere film (Friday the 13th), maar heeft nu samen met Craven de remake hun eigen cultklassieker geproduceerd. Ze brengen het er beter van af dan toen.

Een groot verschil is het ontbreken van de onhandige humorscènes waardoor het origineel maar moeilijk serieus te nemen viel, terwijl dit overduidelijk wel de bedoeling was. Bovendien hadden de makers geen kaas gegeten van structuur of spanningsopbouw. De oorspronkelijke The Last House on the Left was een nare, akelige film die vooral wilde shockeren. Het geweld en de onpartijdigheid waarmee dat werd gepresenteerd waren naar Amerikaanse maatstaven baanbrekend, maar verder viel er niets aan te genieten. Het was nihilistisch effectbejag, dat door de jaren heen zijn uitwerking verloor. Van de filosofische laag van Bergmans origineel was weinig meer te zien.

De remake biedt wat dat betreft nog minder, maar is op bijna alle andere vlakken een betere film. In een poging de nieuwe film respectabel te laten voorkomen huurden de producenten de Griekse regisseur Dennis Iliadis in, die het op Europese festivals redelijk deed met zijn Griekse debuut, de prostitueefilm Hardcore. Zijn invloed is terug te zien in de sfeervolle beelden en het goede acteerwerk. Vooral de twee ouders en Krug, de pater familias van de schurken, maken indruk.

Garret Dillahunt is ijzersterk als Krug, die zijn zoon, broer en vriendin tot steeds wredere daden beweegt, ondanks de tegenstand van zijn zoon. Dillahunt kreeg voor het eerst erkenning voor zijn dubbelrol in de westernserie Deadwood, als de laffe moordenaar van een legende en later als de angstaanjagende Francis Wolcott, een soort voorloper op Jack the Ripper. Later viel hij op met bijrollen in gerespecteerde films als No Country For Old Men (als de assistent van Tommy Lee Jones) en The Assassination of Jesse James by the Coward Robert Ford en in de scifiserie Terminator: The Sarah Connor Chronicles, waarin hij gestalte gaf aan de stoerste Terminator sinds de T-1000 uit Terminator 2. Hoelang zal het nog duren totdat deze getalenteerde acteur een hoofdrol in een goede film krijgt?

De wat filosofischere vragen over menselijke impulsen zijn vrijwel geheel verdwenen in deze nieuwe versie. The Last House on the Left is dit keer veel meer als een thriller opgebouwd en derhalve veel spannender dan zijn voorganger. Nadeel hiervan is dat de familie eenduidig als goed wordt neergezet, ook als ze het recht op bloedige wijze in eigen hand nemen. De laatste scène is grotesk en volledig overbodig, en voegt niets toe behalve dat de filmmakers hiermee alle integriteit verspelen. Toch een beetje jammer, want tot op dat punt is The Last House on the Left een enorme verbetering ten opzichte van het origineel van Craven en als horrorfilm redelijk geslaagd.