Stella
Recensie

Stella (2008)

Met de kroeg als je vertrouwde huiskamer ontdek je plots dat er een leven buiten de zatlappen en de jukebox op je wacht.

in Recensies
Leestijd: 2 min 48 sec
Regie: Sylvie Verheyde | Cast: Léora Barbara (Stella), Mélissa Rodrigues (Gladys), Karole Rocher (Roselyne), Benjamin Biolay (Serge), Guillaume Depardieu (Alain Bernard) | Speelduur: 103 minuten | Jaar: 2008

Je bent elf jaar en groeit zorgeloos op te midden van een liefhebbende meute kroeggangers. Dan komt de dag dat je hele leven op de schop gaat, de dag dat je naar een nieuwe school gaat, de dag dat je ouder wordt. In een dromerige film volgen we Stella Vlaminck in deze belangrijke periode van haar leven. De ontluikende seksualiteit, de vriendschap en liefde, de eerste menstruatie, de poging tot misbruik, maar vooral de ontdekking van de wereld is het belangrijkste thema in deze sterk autobiografische film van de Franse Sylvie Verheyde

Het kan heel dankbaar zijn om met kinderen te werken. Hun natuurlijk spel scoort als vanzelf punten bij de kijker, maar het wordt ook snel aandoenlijk of pathetisch. Gelukkig is dit nergens het geval in Stella, mede dankzij het stille rauwdouwerskarakter van Léora Barbara in de rol van Stella. De beeldtaal is nergens sentimenteel en toch zeer intuïtief, met veel gevoel voor detail en subtiliteit. Het kleurenspel van de film is een schitterend vormgegeven geheel. De bijna overbelichte dromerigheid wordt afgewisseld met de donkere, bruinige kleuren van de claustrofobie van het café als huiskamer, waarin Stella’s wereld deels is gehuld. Deze kleuren vormen filmisch heel mooi het sterker wordende conflict en het contrast tussen de lichte dromerigheid en de ogenschijnlijke, enigszins pijnlijke uitzichtloosheid van de situatie waarin het kind zich bevindt.

Het (beeld)design van Stella verdient zonder meer een pluim. Het geheel lijkt vakkundig te zijn gesitueerd ergens op de overgang tussen de zeventiger en tachtiger jaren, maar tegelijkertijd, als je Frankrijk anno nu kent, is het van deze tijd. Juist deze typische tijdloosheid van de Franse cafécultuur is waar Sylvie Verheyde willens en wetens aan refereert. De gedachte van tijdloosheid vinden we ook letterlijk terug in een filmische knipoog: een personage bestempelt de situatie waarin men zich op dat moment bevindt (inclusief een schreeuwende vader) als typisch en herkenbaar, en doet de toch wat dramatische ontwikkelingen af met de opmerking: “Net (als in) een boek, echt Frans”; lichtelijk triest, maar met een glimlach. Dit lijkt Verheyde ook te willen zeggen van de totale werkelijkheid waarin het meisje Stella zich beweegt. Het komt herkenbaar over, zeker Frans, maar ook tijdloos en universeel.

De rollen zijn sterk bezet. De kinderen blijken wonderlijke ontdekkingen, maar de keuze voor Benjamin Biolay als Stella’s vader - in plaats van Guillaume Depardieu, die zeer op zijn plaats is als Alain Bernard, de grote vriend en kinderliefde van Stella - getuigt van de kracht van Verheydes regie. De uitwerking van dat vaderpersonage en met name Stella’s lichte adoratie voor haar vader, is terug te vinden in de subtiele gelijkenis die hij vertoont met de plaatjes van de grote Franse acteur Alain Delon, prijkend op de muur in Stella’s kamer. Dit culmineert dan ook heel natuurlijk in een scène waarin Stella haar vader verdedigt als deze geconfronteerd wordt met het vreemdgaan van zijn vrouw, terwijl hij daar zelf ook niet vies van is. Muziek maakt het geheel zonder meer af. Variërend van de jarenzeventighits en het Franse kroegrepertoire uit de jukebox tot de Italiaanse liefdesschmalz is alles zeer op zijn plaats. Het maakt Stella tot een bijzonder sfeervolle ervaring. Een klein cadeautje.