Vinyan
Recensie

Vinyan (2008)

Regisseur Du Welz houdt van beklemmende omgevingen, maar verwaarloost zijn personages.

in Recensies
Leestijd: 2 min 27 sec
Regie: Fabrice du Welz | Cast: Emmanuelle Béart (Jeanne Belhmer), Rufus Sewell (Paul Belhmer), Petch Osathanugrah (Thaksin Gao), Julie Dreyfus (Kim) | Speelduur: 96 minuten | Jaar: 2008

Wanhoop is een slechte drijfveer. Personen die wanhopig zijn doen soms de raarste dingen omdat ze niet anders kunnen of ten einde raad zijn. Later krijgen ze meestal spijt van hun beslissing, ook al meenden ze in eerste instantie het juiste te doen. De Belgische regisseur Fabrice du Welz presenteert twee wanhopige ouders die zes maanden na de tsunami nog steeds wachten op een teken van leven van hun vermiste zoon Joshua. Zodra ze vermoeden dat hij gekidnapt is, betalen ze enorme bedragen aan diverse onderwereldfiguren om een zoektocht op touw te zetten. Het vooruitzicht is echter weinig hoopgevend.

Vinyan is visueel treffend, maar scoort niet hoog in de emotionele investering in de karakters en zakt daarom halverwege weg in pretenties. Toch zijn er gaandeweg heldere momenten. Zo vertoont het begin van de film abstracte beelden en een oorverdovende soundtrack die de destructieve kracht van de tsunami op een originele manier vertalen en de verstikkende sfeer van de film op gepaste wijze vormgeven. Wanneer het tijd is om zijn personages te introduceren, laat Du Welz het echter afweten en dat is fataal voor de rest van de film. De ouders, gespeeld door Emmanuelle Béart en Rufus Sewell, worden namelijk nauwelijks voorzien van een identiteit. Als de twee zich een weg banen door het wetteloze gebied tussen Thailand en Myanmar blijken ze ondanks hun goede prestaties te tweedimensionaal om ons hun hallucinerende ervaringen met de inheemse bevolking te laten ervaren. Met als gevolg dat we de personages slechts van een afstand blijven observeren.

Wel spendeert Du Welz aandacht aan de culturele en topografische verschillen tussen het westen en het oosten. Zo leert de dubieuze Thaise gids hen dat de tientallen lantarens die de eilandbewoners ’s avonds laten opstijgen bedoeld zijn om de Vinyan, de geesten die in deze wereld verdwaald zijn, te begeleiden naar het hiernamaals. De dichte jungle is daarnaast een indrukwekkend gegeven en vormt als het ware een onzichtbare hand die westerlingen naar de raarste krochten voert. De bijbehorende mooie opnames van het beklemmende gebied zijn te danken aan cameraman Benoît Debie die ook al wonderen verrichtte in Irréversible. Een kraanshot waarbij de camera vanuit een trackingshot moeiteloos over een oude tempel zweeft en daarna nog verder gaat, is onder de erbarmelijke omstandigheden een hele prestatie te noemen.

Er schuilt een verstikkende thriller in Vinyan, maar de film vertoont teveel mankementen om die naam te dragen. Zo is de ontknoping van Paul en Jeannes zoektocht verre van spannend of emotioneel pakkend te noemen. Tevens kent de film teveel gaten in het verhaal en komen de karakters niet uit de verf. Uiteindelijk is Du Welz vooral geïnteresseerd in vervreemding en dat doet hij dan ook vrij goed, dat is het probleem niet, maar hij weet alleen de puntjes niet op de i te zetten.