Recensie

The Sun (Solntse) (2005)

Sokoerov stelt ons op de proef met zijn frustrerende tempo en voorliefde voor onderbelichting, maar na een haast niet door te komen begin is het Ogata’s fascinerende acteerprestatie die de film toegankelijk maakt en soms zelfs voor een lach zorgt.

in Recensies
Leestijd: 1 min 56 sec
Regie: Alexander Sokoerov | Cast: Issey Ogata (Emperor), Robert Dawson (Gen. Douglas MacArthur), Kaori Momoi, Shiro Sano, Shinmei Tsuji, e.a. | Speelduur: 110 minuten

Aleksandr Sokoerov maakte eerder films over Adolf Hitler en Vladimir Lenin. Nu presenteert hij zijn eigen kijk op het einde van keizer Hirohito’s status als directe nazaat van de zonnegodin Amaterasu. Issey Ogata interpreteert de keizer als een wereldvreemd, kinderlijk wezen, met desondanks een besef van zijn politieke verantwoordelijkheid.

Het beeld van de zonderling Hirohito, die zich in de Tweede Wereldoorlog vooral bezighield met dichtkunst en zeebiologie, schijnt een Amerikaanse fabricatie te zijn. De keizer wist donders goed wat zijn strijdkrachten uitvoerden, maar werd gezien als een potentieel waardevolle bondgenoot en met behulp van dit imago buiten schot van de oorlogstribunalen gehouden.

Ook in het tergend langzaam op gang komende The Sun vertoont Hirohito Michael Jackson-achtige trekjes. Terwijl de Amerikanen ieder moment voor zijn deur kunnen staan, ontleedt hij krabben en vraagt hij zich af of zijn opa inderdaad ooit het Noorderlicht zag schijnen boven het keizelijk paleis. In tegenstelling tot acteurs in moderne Amerikaanse biopics, met hun obsessie voor absolute accuratesse, benadert Issey Ogata zijn personage volkomen intuïtief, met opmerkelijk resultaat. Soms lijkt hij met zijn haast buitenaardse maniërismen nog het meest op een absurdistische komiek; niet voor niets vergelijken de Amerikaanse soldaten die hem op de foto willen zetten hem met Chaplin en krijgt hij prompt de bijnaam ‘Charlie’.

De Amerikanen worden door Sokoerov op het karikaturale af neergezet als onbehouwen pummels. Tijdens Hirohito’s ontmoetingen met generaal Douglas MacArthur maakt deze er een punt van de verlegen vorst zo bruusk mogelijk te behandelen, om te benadrukken dat diens rol als onaantastbaare godheid is uitgespeeld. De keizerlijke bedienden sterven duizend doden onder deze ongekende vernedering, maar Hirohito zelf lijkt het wel verfrissend te vinden en is veel geïnteresseerder in de sappige steak die hij krijgt voorgeschoteld.

Sokoerov stelt ons op de proef met zijn frustrerende tempo en voorliefde voor onderbelichting, maar na een haast niet door te komen begin is het Ogata’s fascinerende acteerprestatie die de film toegankelijk maakt en soms zelfs voor een lach zorgt. Dankzij hem valt de film psychologisch te duiden, en voel je, ondanks Sokoerovs ondoordringbare regie, mee met de in zijn onaantastbaarheid gevangen keizer. Historisch gezien misschien dubieus, maar wel prettig voor de kijker.