Recensie

The Magnificent Seven (2016)

Actievolle remake met charismatische filmsterren en moderne trucjes vergeet het hart van het bronmateriaal.

in Recensies
Leestijd: 3 min 18 sec
Regie: Antoine Fuqua | Cast: Denzel Washington (Chisolm), Chris Pratt (Josh Faraday), Ethan Hawke (Goodnight Robicheaux), Vincent D’Onofrio (Jack Horne), Byung-hun Lee (Billy Rocks), Manuel Garcia-Rulfo (Vasquez), Martin Sensmeier (Red Harvest), Haley Bennett (Emma Cullen), Peter Sarsgaard (Bartholomew Bogue), e.a. | Speelduur: 132 minuten | Jaar: 2016

Remakes zijn een gevaarlijk goed. Tegenover elke geslaagde innovatie zoals The Jungle Book) staat een flop zoals Ben-Hur die behalve modernere filmtechnieken weinig verbetert aan het origineel. Voor The Magnificent Seven geldt een dubbel risico. De originele film van John Sturges was al een hervertelling van het legendarische Seven Samurai van Akira Kurosawa, vertaald naar het format van een western. Hedendaagse regisseur Antoine Fuqua heeft dus niet alleen te tippen aan de populariteit van The Magnificent Seven uit 1960 zelf, maar ook aan diens vermogen om een bekend verhaal te vernieuwen. Met Ben-Hur vers in het geheugen hangt er een spanning in de bioscoopzaal. Gelukkig kent The Magnificent Seven in ieder geval een indrukwekkende sterrencast.

Fuqua neemt zijn tijd met de introducties en zet sterk in op het charisma van Denzel Washington, Chris Pratt en Ethan Hawke. Denzel speelt overtuigend zijn rol als kalme badass, Ethan Hawke als gespannen scherpschieter en Chris Pratt als cowboy met een eergevoel. Laatstgenoemde personage is echter zo onbeschreven, dat Pratt op momenten zichzelf speelt. De moderniseringsslag is niet overdreven en kent enkele aardige eigentijdsheden: een schurk die met een hedendaags toontje raaskalt over kapitalisme in een kerk, redelijk luxe dorpjes in de normaliter stoffige woestijn en gevarieerde etnische minderheden als helden. Accuraat of niet, Fuqua start The Magnificent Seven met een eigen insteek en zet hier en daar interessante thema’s op. Helaas verandert die toon uit de gewelddadige opening langzaamaan naar die van een vrij stereotiepe western met veel actie, mooie shots van het landschap en overdosis testosteron. Uit genrenostalgisch oogpunt is het prima te pruimen, maar voor een remake van een klassieker is het ondermaats. De film volgt voornamelijk de actievolle eerste vijfenzeventig minuten van het origineel, maar laat de derde akte compleet varen en verliest hetgeen die film zo sterk maakte.

De originele western kenmerkte zich door een avontuurlijke eerste helft en een serieuze of overpeinzende derde akte. Er werden vragen gesteld over het bestaan van een cowboy als een soort negentiende-eeuwse ridders; waarom riskeren zeven eenzelvige vechtersbazen hun leven voor een schamel boerendorpje? Het zijn deze momenten in de originele film die het inlevingsvermogen omhoog katapulteren, je begrijpt waarvoor men vecht. Het lot van ieder personage raakt je. Dit gouden hart van de film wordt jammerlijk genoeg geheel achterwege gelaten door de remake, die de eerste twee aktes uitrekt met een extra lange actiescène als excuus voor het einde. Nu biedt die slotscène prima vermaak ter niveau van een gemiddelde actiefilm met een redelijk budget. Antieke machinegeweren, sluipschutters, dynamiet, legers aan paarden, elk mogelijk aspect van een filmisch schietgevecht in het Wilde Westen komt langs. Maar de echte ziel van The Magnificent Seven is vervangen door clichématige actie. Zonder scènes waarin je de personages echt leert kennen, met introspectie en prachtige redenen om te vechten, heeft het bar weinig impact wanneer iemand sterft.

Er zijn ook nieuwigheden die tegenwerken, zoals een schurk die interessante thema’s aanzwengelt maar nooit de kans krijgt ze uit te diepen of de misplaatste en zeer slechte CGI van het slot. De grootste tegenvaller is dat de actievolle climax amper boeit. De ‘bodycount’ is hoog, maar het wordt op momenten zowaar langdradig en duf, voornamelijk omdat de meeste arme zielen eerder stereotypes zijn – die een paar regeltjes tekst hebben gekregen – dan personages met inhoud. Het origineel gaf ook niet ieder personage een uitgebreid subplot, maar droeg wel een essentiële diepere betekenis uit, iets om voor te vechten. De remake is met zijn eigen stijl, voldoende actie en sterke acteurs enigszins vermakelijk als luchtige western, maar het is evengoed een clichématige, gemakzuchtige vertolking van The Magnificent Seven. Die legendarische titel verdient deze film bij lange na niet.