Recensie

The Violin Teacher (2015)

Doorsnee 'inspirerende-leraar-film' wordt gered door muziek.

in Recensies
Leestijd: 2 min 52 sec
Regie: Sérgio Machado | Cast: Lázaro Ramos (Laerte), Kaique de Jesus (Samuel), Elzio Vieira (VR), Sandra Corveloni (Alzira), Fernanda de Freitas (Bruna), e.a. | Speelduur: 102 minuten | Jaar: 2015

'Gebaseerd op een waargebeurd verhaal', maakt dat een film goed? Vaak wordt dat zinnetje gebruikt om films aan te prijzen of te verkopen. Zo ook in het geval van The Violin Teacher. Het inspirerende verhaal achter de film maakt The Violin Teacher helaas niet net zo ontroerend of interessant.

Laerte is een violist die zijn auditie voor het symfonieorkest van São Paolo verknalt omdat hij te nerveus is. Daarna is muziekleraar in de sloppenwijk de enige baan die hij kan krijgen in zijn vakgebied. Uiteraard zijn de leerlingen eerst niet gemotiveerd en niet geïnteresseerd in zijn kennis en talent. Criminaliteit tiert welig in de favela, en dus in het leven van de leerlingen. Maar toch slaagt Laerte erin om van hen een orkest te maken dat mooie klassieke muziek speelt.

Dit overbekende verhaal is al zo vaak gebruikt dat het een subgenre is geworden: inspirerende leraar leert ongeïnspireerde kinderen een (levens)lesje in een gewelddadige binnenstad. Van Blackboard Jungle uit 1955 tot Dangerous Minds uit 1995, en natuurlijk Sister Act 2: Back in the Habit. Of ze nu wel of niet gebaseerd zijn op een waargebeurd verhaal, ze volgen bijna allemaal hetzelfde stramien.

Soms gaat dat gepaard met raciale stereotypes (de blanke redder van de niet-blanke kinderen), nog vaker met klassenverschillen: de leraren in deze films komen meestal uit een hogere klasse dan de leerlingen. Zij zijn daardoor in eerste instantie geschokt door de situatie die ze aantreffen en moeten leren hoe te communiceren op een manier die de leerlingen doet luisteren. Dan komt het moment van connectie en lijkt de leraar succes te hebben.

Totdat het milieu en/of de afkomst van de leerlingen roet in het eten gooit, en de leraar ook dat probleem moet oplossen. Uiteindelijk zal de leraar erin slagen minstens enkele leerlingen hun omgeving en omstandigheden te doen ontstijgen. Bijvoorbeeld via hoger onderwijs, of zoals in The Violin Teacher via een klassiek concert.

Verrassend zijn deze films zelden, maar soms is de uitvoering zo goed dat dit niet uitmaakt. The Violin Teacher haalt die hoge noot echter niet en blijft in de middenmoot hangen. De enige momenten die er uitspringen zijn muzikaal, van de rap die geïmproviseerd wordt op een klassiek deuntje tot de scènes waarin de kinderen de smaak te pakken krijgen en hun instrumenten mooi gaan gebruiken. Op die momenten is te voelen wat regisseur Sérgio Machado ertoe bewoog om The Violin Teacher te maken: de muziek die voortkomt uit het samenkomen van leraar en leerlingen.

Helaas wijkt Machado verder nauwelijks af van de clichés van het genre en slaagt er niet in om van de inspiratie voor The Violin Teacher een echt inspirerende film te maken. Het echte verhaal is eigenlijk veel interessanter dan de film. Silvio Baccarelli richtte in 1996 een muziekcentrum op in Heliopolis, de op één na grootste sloppenwijk van Zuid-Amerika.

Het hieruit ontstane Heliopolis Symfonieorkest maakte een enorm verschil in de levens van de kinderen die eraan deelnamen, toerde inmiddels al door Europa en trekt naast leerlingen ook nieuwe dirigenten en componisten. Het kleine klasje uit de film is nu een instituut waar jaarlijks drieduizend kinderen aan deelnemen. The Violin Teacher doet het succesverhaal van het Heliopolis Symfonieorkest te weinig recht aan, maar brengt mogelijk wel meer dan verdiende aandacht aan dit project.