Transformers: The Last Knight
Recensie

Transformers: The Last Knight (2017)

Een verbetering ten opzichte van voorgaande delen, maar doet tegelijk alles fout wat de vorige films ook verkeerd deden.

in Recensies
Leestijd: 3 min 48 sec
Regie: Michael Bay | Cast : Mark Wahlberg (Cade Yeager), Anthony Hopkins (Sir Edmund Burton), Josh Duhamel (Colonel William Lennox), Laura Haddock (Vivian Wembley), Isabela Moner (Izabella), Peter Cullen (stem Optimus Prime) e.a. | Speelduur: 149 minuten | Jaar: 2017

Gehaat door critici, geliefd door het publiek. Zo laat de Transformers-franchise zich ogenschijnlijk kenmerken. Hoe negatief de recensies ook zijn, de films zijn stuk voor stuk megasuccessen. En dus haalden Hasbro en Paramount Pictures regisseur Michael Bay over om zijn kunstje nog eens te herhalen met Transformers: The last Knight. Dat deed de regisseur naar eigen zeggen omdat deze vijfde film hem nieuwe kansen bood. En die nieuwe kansen maken dit deel in elk geval beter dan de vorige film.

Tegelijk trapt Bay in dezelfde valkuilen als hij in Age of Extinction deed. Het verhaal is rommelig, de nieuwe personages zijn grotendeels overbodig en de humor slaat kant noch wal. Als The Last Knight begint, horen we dat de buitenaardse robots al eeuwen naar de Aarde komen omwille van één object. Dat object is de staf van tovenaar Merlijn (een dronken charlatan, gespeeld door een onherkenbare Stanley Tucci), en vormt de zogenaamde MacGuffin van deze film.

Om dat object waar iedereen achteraan zit te introduceren, opent Bay zijn film met een van de beste scènes in de franchise. In eerste instantie zien we daarin helemaal geen robots, maar alleen maar menselijke ridders. Want jawel, we zien een middeleeuwse veldslag in The Last Knight. Die is bijzonder goed gemaakt, en laat zien dat Bay heus wel weet hoe je een goed te volgen actiescène in elkaar zet. Maar daarna springt het verhaal naar het heden, en wordt het één grote rommel.

Zo begint Bay met de introductie van het jonge meisje Izabella. Met haar brengen we flink wat tijd door, alvorens we Cade Yeager (de automonteur van Mark Wahlberg) ontmoeten. Hij blijkt net als de Transformers een paria te zijn geworden en neemt het voor hen op. De wereldregeringen hebben het - na het verdwijnen van Optimus Prime - namelijk op hen voorzien. Een speciale taskforce, waaraan ook oude bekende Colonel Lennox (Josh Duhamel) deelneemt, werkt in opdracht van de Amerikaanse regering samen met Decepticon Megatron om het mysterieuze object te bemachtigen. Tegelijk zijn er Cade en zijn Autobot-vrienden, die de staf van Merlijn zoeken, om de planeet te redden. Want wat blijkt? De scheppers van de Transformers willen de Aarde vernietigen, om in ruil daarvoor Cybertron terug te laten keren.

Tot zover het verhaal van de film, dat dus wederom draait om het redden van de planeet door het vinden van een mysterieus Transformers-object. Dat is niet heel inventief en iets wat we allang kennen van voorgaande delen in de reeks. Daarvoor trekken mensen dan ook niet naar de bioscopen voor dit soort films; ze gaan voor de actie. De echte fan van robotactie kan ditmaal zijn hart ophalen: er is genoeg te beleven. Vooral mooi is de actie aan het einde van de film. Maar laten we eerlijk zijn: dat komt veel te laat, want dan heb je al twee uur aan bizarre en misplaatste grappen, aangevuld met een overvol plot, moeten doorstaan.

Er zijn ook een paar vreemde elementen in de film te zien. Waarom moest tovenaar Merlijn bijvoorbeeld een dronkenlap zijn, behalve om een goedkope grap te kunnen maken? En wat is er aan de hand met het meisje Izabella, dat eerst de focus van de film is en vervolgens compleet uit beeld verdwijnt? Ook apart en ergens irritant is dat vrijwel elk personage op elk willekeurig moment een perfecte oneliner klaar heeft liggen. Dat had niet gehoeven en is flauw en puberaal. Tegelijk is het precies wat je kan verwachten van deze filmreeks, dus heel verrassend is het ook niet.

Positieve nieuwe elementen zijn er gelukkig ook in deze film. De scènes in de middeleeuwen zijn bijvoorbeeld verrassend. Ze doen je afvragen wat er gedaan kan worden met het recent benoemde idee van een Transformers-film in de Oudheid. En dan is er Anthony Hopkins, een acteur waarvan je je kan afvragen waarom hij met zijn statuur in een film als deze zit. Maar hij zit er en zijn personage vormt meteen een hoogtepunt van de film. Dat wordt overigens wel deels teniet gedaan door zijn trouwe hulpje Cogman, een vrij irritante C3-PO rip-off die vooral grappig moet zijn, maar het echt niet is. Ga je voor de actie, dan zit je goed met The Last Knight. Overweeg je naar de bioscoop te gaan in de hoop dat het een betere Transformers-film is, kan je wellicht beter nog even wachten.