Recensie

High Life (2018)

Kosmisch drama over een groep gedetineerden in de ruimte.

in Recensies
Leestijd: 2 min 12 sec
Regie: Claire Denis| Cast: Robert Pattinson (Monte), Juliette Binoche (Dr. Dibs), André Benjamin (Tcherny), e.a. | Speelduur: 110 minuten | Jaar: 2018

Ruimteschepen, incubators en gewichtloosheid: High Life begeeft zich met deze en andere componenten ergens tussen het aardse en een naderend zwart gat, ver weg in de ruimte. In die verlaten zone probeert een groep ruimtevaarders zich staande te houden. Hun ruimteschip koerst richting het diepste en meest donkerste zwart. Maar zelfs wanneer je daar oog in oog mee staat, lijkt hoop nog te bestaan.

Op dit ruimteschip leven gedetineerden (sommigen van hen zijn ter dood veroordeeld, anderen hebben levenslang) die in naam van de wetenschap zijn gerecycled tot onderzoekers. Samen zijn ze aangewezen op de nobele, maar ondankbare taak energie te winnen uit zwarte gaten. Regisseur Claire Denis liep meer dan tien jaar rond met een ruw idee voor haar kosmische drama en door de jaren heen zocht ze langzaam al haar puzzelstukjes bij elkaar.

Toch verraadt de basis van het verhaal geen uitgestrekt voorbereidingsproces. Het fragmentarische verhaal maakt weliswaar grote sprongen (zoals tijd dat kan doen in de ruimte), maar de rode draad van gevangene Monte is behapbaar en wordt sierlijk samengebundeld. Denis heeft weinig nodig om veel te zeggen. Zij laat haar film aangenaam broeien en langzaam voortbewegen, een beetje zoals een kwal dat doet: het hypnotiserende High Life blijft alsmaar pulseren en bonzen.

De grootste verdienste is dat High Life zich in die onmetelijke zwarte zee van sterren beperkt tot de naakte eenvoud van overleven, wat dat dan ook moge betekenen voor ieder van de inzittenden van het ruimteschip. Zij leven om te leven, en dat is akelig in een gevangenis die rondzweeft in de ruimte. Allemaal zijn ze jong, knap en vitaal. En zelfs sympathiek, want nauwelijks worden wij herinnerd aan hun kennelijk duistere verledens. Existentieel ogen zij verloren, maar fysiek staan ze in bloei.

Hun wankele bestaan wordt gadegeslagen door de extreem begerige dokter Dibs. Als operateur van een incubator is zij naarstig op zoek naar geschikt zaad voor een 'perfecte' inseminatie. De steriele, maar beestachtige wijze waarop zij zich hiervoor klaarstoomt is samengevat in een van de beste en meest sidderende scènes van de film.

High Life laat je los in de ruimte, net zoals de wetenschappers dat met hun proefkonijnen deden. Met Denis' associatieve aanpak is High Life zeker geen panklare film die voor zichzelf spreekt. Zelf bepaal je richting en koers: dan laat je los en dan houd je weer vast. En dat voelt vreemd en vertrouwd tegelijk. Want in High Life kan het leven net zo snel bloeien als verwelken. Zeker wanneer Montes intieme drama steeds meer het eindeloze einde in wordt gedrukt.