Au Bout des Doigts
Recensie

Au Bout des Doigts (2018)

Kent zijn toonladders, maar vergeet - na herhaaldelijk advies van zijn eigen personages - "met gevoel te spelen".

in Recensies
Leestijd: 2 min
Regie: Ludovic Bernard | Cast: Lambert Wilson (Pierre Geithner), Kristin Scott Thomas (La Comtesse), Jules Benchetrit (Mathieu Malinski), e.a. | Speelduur: 105 minuten | Jaar: 2018

Tegenwoordig heeft ieder treinstation wel een 'bespeel-mij-piano'. Iedereen kan plaatsnemen achter de zwart-witte toetsen: van jonge kinderen die uit verveling wat pingelen tot toegewijde hobbypianisten die hun wachttijd liever nuttig besteden. In Au Bout des Doigts neemt Mathieu Malinski plaats achter zo'n piano en speelt vol overgave een prachtig stuk van Johann Sebastian Bach. Niemand staat stil bij zijn virtuositeit; iedereen heeft haast en moet zijn trein halen, behalve het hoofd van het Parijse conservatorium. Maar waarom wil Mathieu zijn visitekaartje niet tot nauwelijks aannemen? Waarom niet?!

Au Bout des Doigts is sentimenteel, zoals zoveel Franse films dat over het algemeen zijn (nuances even daargelaten). Maar Au Bout des Doigts zit vol ongeloofwaardig sentiment. Die ongeloofwaardigheid ligt niet zozeer in de maatschappelijke hiaten die kinderlijk worden overbrugd (wettig/onwettig, wit/zwart, hoge cultuur/lage cultuur). Nee, het zijn de persoonlijke motieven die het meest raadselachtig zijn in Au Bout des Doigts. Die zijn vaker wel dan niet onduidelijk, onwaarschijnlijk en zwak.

Neem die van Pierre. Hij zet zijn persoonlijke en professionele leven op het spel door de criminele Mathieu (een derderangs overvaller, maar een eersteklas pianist) te helpen. Pierre is dusdanig in de ban van diens talent dat hij besluit hem onder zijn hoede te nemen, tot ongenoegen van zijn vrouw en collega's die denken dat hij de status van het prestigieuze conservatorium zal schaden. Helemaal wanneer de inschrijvingsaantallen tegenvallen en ze het jaarlijkse pianoconcours al drie jaar op rij niet meer hebben gewonnen.

Mathieu, op zijn beurt, blijft nukkig en ondankbaar. En dat is raar voor een autodidact die op straat wordt ontdekt en de kans van zijn leven krijgt. De beste leraren bekommeren zich om je en helpen je beter en muzikaler te worden; een droom, lijkt me. Mathieu voelt er maar weinig voor. Héél af en toe, wanneer hij voorzichtig aan zijn Steinway & Sons-vleugel gaat zitten en zich volledig stort op zijn pianostukken. Dán oogt hij voldaan.

Alle toevalligheden en overbodige spanningsmomenten zo vlak voor de grote finale, maken het onmogelijk om de film fatsoenlijk te ondervinden. Muziek en film staan ironisch genoeg ver van elkaar af in Au Bout des Doigts. Ze zijn allebei aanwezig, maar zijn bedekt onder een laag ongeloofwaardig sentiment dat 'allegro agitato' (snel en onrustig) ten uitvoer wordt gebracht.