Recensie

Domino (2019)

De nieuwste thriller van De Palma bevat drie scènes waarin de hand van de meester te herkennen is.

in Recensies
Leestijd: 4 min 6 sec
Regie: Brian De Palma | Cast: Nikolaj Coster-Waldau (Christian), Carice van Houten (Alex), Guy Pearce (Joe Martin), Eriq Ebouaney (Ezra Tarzi), e.a. | Speelduur: 89 minuten | Jaar: 2019

"Wij zijn Amerikanen. We lezen jullie e-mails." Aldus CIA-agent Joe Martin in reactie op de vraag hoe hij zoveel weet over ieders (privé)leven. Het is een sleutelzin in Domino, waarin surveillance in allerlei vormen en maten centraal staat. Het is de nieuwste film van Brian De Palma, en zijn fascinatie met voyeurisme is in deze thematiek terug te zien. De Palma maakte er eerder wel betere films over (zoals Dressed to Kill, Blow Out en Body Double) maar dat neemt niet weg dat ook Domino een interessante film is, met flinke gebreken.

Na zijn laatste meesterwerk Passion uit 2012 was er lange tijd geen nieuws over Brian De Palma, behalve de documentaire De Palma over hem. Toen kwam in 2017 het nieuws dat hij een nieuwe film aan het maken was, met draailocaties in onder andere Denemarken, Nederland, België, Italië en Spanje. Meerdere keren werden de opnames onderbroken, onder andere vanwege geldproblemen. Volgens De Palma kreeg hij niet het geld dat hem beloofd werd.

De beslissing om Christina Hendricks te vervangen door Carice van Houten zou best eens te maken kunnen hebben met de beslissing van het Nederlands Filmfonds om ook geld te steken in deze Europese coproductie. Desalniettemin moest De Palma de film afmaken zonder het budget wat hij wilde, noemde uiteindelijk de hele productie een ramp en zei dat hij geen greintje plezier had beleefd aan het maken ervan. Reden voor hem om zich al van de film te distantiëren nog voordat de geluidsmontage af was.

Je kunt je daardoor afvragen of Domino wel een echte Brian De Palma-film genoemd kan worden. Toch zijn er scènes waarin de hand van de meester te herkennen is - de meester die als een jazzsolist improviseert op de klassiekers, in zijn geval altijd de films van Alfred Hitchcock. De openingssequentie blijkt na de introductie van de personages al snel een uitgebreide ode aan de openingsscène van Vertigo te zijn. In beide jaagt een politieagent (Jimmy Stewart in Vertigo, Nikolaj Coster-Waldau in Domino) over daken op een misdadiger, waarbij beiden uiteindelijk van het dak vallen. Deze sequentie is meteen het hoogtepunt van de film, waarmee De Palma maar weer eens zijn talent als visueel ingestelde filmmaker etaleert. De shotkeuze, de montage, de muziek van Pino Donaggio, de haast knullige doch realistische stunts: alle ingrediënten voor een thrillerscène uit klassiek Hollywood zijn aanwezig. De uitvoering smaakt naar meer.

Dat meer komt er nooit, ondanks nog twee typische De Palma-sequenties: een in split-screen gefilmde aanslag op een filmfestival in Nederland en de finale, waarin terroristen een aanslag in een stierenarena proberen te plegen en de agenten hen moeten zien te stoppen. Beide zijn op zichzelf bijzonder, maar dit soort scènes maakte De Palma al vaker en meestal beter. De finale is sterk tot de wat flauwe conclusie, terwijl de eerdere aanslag niet geheel overtuigt, doordat de effecten hier wel heel rudimentair zijn. Het filmfestival waar de aanslag wordt gepleegd bestaat bovendien niet. Het Internationaal Nederlands Film Festival te Amsterdam is bedacht voor de film en krijgt daardoor iets potsierlijks.

Beide scènes onderstrepen wel het hoofdthema van Domino. De aanslag op de rode loper is in split-screen gefilmd omdat de aanslagpleegster zowel zichzelf als haar slachtoffers filmt, met twee op haar geweer gemonteerde telefoons. In de finale speelt een drone met camera dan weer een belangrijkere rol. Want cinema is uiterst geschikt voor propaganda, en zowel de terroristen als de politie heeft daar respect voor. Als Christian beelden bekijkt van door IS uitgevoerde executies, praat hij niet over hoe verschrikkelijk de executies zijn, maar heeft hij bewondering voor de effectiviteit van het camerawerk en de montage voor het overbrengen van hun boodschap.

De terroristen in de film worden niet bepaald genuanceerd neergezet en het is opvallend dat zij als enigen geen Engels praten in de film. Terwijl de Denen onderling Engels praten, en de Libiërs en de CIA ook, is de voertaal van de terroristen steevast Arabisch, in welk land dan ook - behalve in België, daar praten ze opeens Frans. In de Nederlandse bioscoop valt dit misschien niet eens zo op, maar in de Engelstalige versie zijn zij daardoor opeens de enigen die ondertiteling nodig hebben, wat bijdraagt aan een ééndimensionaal portret als 'de ander'.

Legendarische Hollywoodregisseur Howard Hawks zei ooit dat een goede film bestaat uit drie goede scènes en geen slechte scènes. Volgens die logica is Domino bijna een goede film, met de openingssequentie, de finale en een korte, spannende ondervragingsscène waarin met beelden in beelden het surveillancethema ook weer terugkeert. Het matige plot dat deze sequenties verbindt weet de personages echter niet tot leven te wekken. Persoonlijke relaties en motivaties missen een gedegen uitwerking. Dat valt De Palma ondanks zijn visuele brille niet volledig te vergeven.