Dolittle
Recensie

Dolittle (2020)

De dokter die met alle beesten kan babbelen keert terug in een wankelend, maar komisch familieavontuur.

in Recensies
Leestijd: 3 min 22 sec
Regie: Stephen Gaghan | Scenario: Stephen Gaghan, Dan Gregor, Doug Mand, Thomas Shepherd en Hugh Lofting | Cast: Robert Downey Jr. (Dr. John Dolittle), Michael Sheen (Dr. Blair Müdfly), Antonio Banderas (King Rassouli), Harry Collett (Tommy Stubbins), Emma Thompson (Poly - stem), Rami Malek (Chee-Chee - stem), John Cena (Yoshi - stem), Octavia Spencer (Dab-Dab - stem), e.a. | Speelduur: 106 minuten | Jaar: 2020

Vorig jaar hing Robert Downey Jr. zijn hypermoderne harnas aan de wilgen: voortaan geen Iron Man meer. Jammer, maar ergens is het ook wel mooi geweest. Hoogste tijd om Downey Jr. weer eens in een andere rol te zien. De komende tijd lijkt de acteur zich - bewust of onbewust - te distantiëren van de steenrijke superheld die hij ruim tien jaar lang gespeeld heeft. Geen personages meer die allerlei geavanceerde technologie tot hun beschikking hebben, maar negentiende-eeuwse mannen met bakkebaarden en een moddervet accent.

Zo zal Downey Jr. binnen afzienbare tijd te zien zijn als speurneus in Sherlock Holmes 3 en daarna in een biopic over meesteroplichter John Brinkley. Maar hij kruipt nu eerst in de huid van Dr. John Dolittle, een (dieren)dokter met een bijzondere gave: hij kan babbelen met alle beesten! Dat komt goed uit, want aan mensen heeft deze kluizenaar een schurfthekel. Sinds zijn vrouw tijdens een zee-expeditie om het leven is gekomen, heeft Dolittle zich teruggetrokken achter de muren en poorten van zijn landgoed.

Daar verveelt hij zich geen moment. Hoe kan het ook anders als je woonplek op een dierentuin lijkt? Dagelijks helpt hij zijn harige en gevederde vrienden, die vaak meer menselijke trekjes vertonen dan de menselijke personages zelf. Een greep uit de collectie: gorilla Chee-Chee heeft last van paniekaanvallen, ijsbeer Yoshi is een koukleum en een roodbruine eekhoorn koestert een enorme wrok jegens de jongen die hem uit een eikenboom knalde. Dit soort karikaturale omkeringen doen soms een heel klein beetje denken aan de gekke dieren in Zootropolis.

De details zijn vermakelijk - zie dat schaakspel met levende muizen - maar daarmee is het verhaal nog niet op stoom gebracht. Dr. Dolittle moet in actie komen zodra blijkt dat de jonge koningin Victoria is vergiftigd. Een remedie is niet binnen handbereik, maar verborgen op een mysterieus eiland waarvan niemand de exacte locatie kent. Nou ja, bijna niemand dan: de vrouw van Dolittle heeft een dagboek nagelaten met daarin de precieze routeaanwijzingen. En dus verkiest de dierenarts het ruime sop, samen met zijn beestachtige kompanen, gevolgd door een oude rivaal die luistert naar de naam Dr. Müdfly.

Het resulteert in een wankelend, maar bij vlagen komisch familieavontuur. Duidelijk is dat de makers niet om ideeën verlegen zaten, want zowat álle dieren vechten om een plekje in de spotlight. Sommige grappen landen (eend Dab-Dab kent het verschil tussen prei en gereedschap niet) terwijl andere grollen de ogen juist doen rollen (een draak die kampt met darmproblemen). Hetzelfde gaat op voor de vormgeving: de door Emma Thompson ingesproken papegaai Poly ziet er fotorealistisch uit, maar de CGI-kunstenaars hadden nog wel even wat extra uurtjes aan de bebrilde hond mogen besteden.

Helaas kunnen de malle verwikkelingen, het geschmier van Michael Sheen en Antonio Banderas, en de exotische locaties niet verhullen dat Dolittle een beetje hol aanvoelt. Er mist namelijk een warm, kloppend hart. Een emotionele binding tussen de menselijke personages. Waarom zit de jonge acteur Harry Collett in vredesnaam in deze film? Wat voegt hij toe? Hij blijkt alleen maar in het verhaal te zijn geschreven om de kijker vertrouwd te maken met de wonderlijke wereld van John Dolittle. Na deze korte introductie - die nog geen tien minuten in beslag neemt - is hij volkomen overbodig.

Jammer, want het had ook allemaal heel anders gekund. Daar leveren de makers nota bene zelf het bewijs voor met hun openingsbeelden. Deze schitterende, ouderwets handgetekende animatiescène vergunt de kijker een glimp op die andere - waarschijnlijk betere - film die in Dolittle verscholen zit. Aan de andere kant: dan zouden we de plezierige vertolking van Robert Downey Jr. moeten missen. Hij verdient nog een extra veer in zijn kont.