The Many Saints of Newark
Recensie

The Many Saints of Newark (2021)

Matige prequel op The Sopranos is mosterd na de maaltijd.

in Recensies
Leestijd: 5 min 12 sec
Regie: Alan Taylor | Scenario: Suzan-Lori Parks | Cast: Alessandro Nivola (Dickie Moltisanti), Leslie Odom Jr. (Harold McBrayer), Ray Liotta ('Hollywood Dick' Moltisanti/Sally Moltisanti), Michael Gandolfini (Tony Soprano), Vera Farmiga (Livia Soprano), Michela de Rossi (Guiseppina Moltisanti), e.a. | Speelduur: 120 minuten | Jaar: 2021

The Sopranos is een van de beste (Amerikaanse) series aller tijden. In tegenstelling tot een aantal andere series waarvan dat tien tot vijftien jaar geleden ook werd gezegd, is The Sopranos populair gebleven. De nalatenschap van de serie was zichtbaar in de 'Golden Era' van Amerikaanse televisie en in de huidige 'Peak TV'-periode. In die nalatenschap is de nieuwe prequel-film The Many Saints of Newark echter een voetnoot om snel te vergeten.

Mocht je de serie nog nooit gezien hebben, dan kun je die beter eerst kijken voordat je The Many Saints of Newark ziet, ook al speelt deze zich lang vóór de serie af. Niet alleen omdat een aantal scènes en verwijzingen alleen leuk of interessant zijn als je de serie al kent, maar ook omdat de film bij lange na niet het niveau van de serie haalt, en als zodanig helaas niet echt uitnodigt om de serie te kijken. Daarnaast begint de film met een voice-over van Christopher Moltisanti, een belangrijk personage uit de serie, waarin hij meteen vertelt wat er met hem gebeurt aan het einde van de serie.

Sowieso is het een bizarre keuze om Christopher af en toe commentaar te laten verzorgen, hij komt maar heel even als baby voor in de film en heeft weinig te melden. Er valt iets voor te zeggen dat zijn lot in de serie en Tony's lot in de film thematisch samenhangen, maar dat is allemaal veel beter uitgewerkt in de serie. Het is een van de vele geforceerde links om The Many Saints of Newark zoveel mogelijk te verbinden aan The Sopranos, zodat de film in de markt gezet kon worden als 'A Sopranos Story'.

De marketingcampagne doet het voorkomen alsof The Many Saints of Newark het verhaal van een jonge Tony Soprano vertelt, terwijl hij in werkelijkheid slechts een bijfiguur is. Niet hij maar Dickie Moltisanti staat centraal, de vader van Christopher Moltisanti. Een personage die in de serie al jaren overleden is, maar waar Tony Soprano met veel lof aan terugdacht als een soort mentor en voorbeeld van stoere, stille kracht en mannelijkheid.

David Chase, de schrijver en bedenker van The Sopranos, worstelt al sinds het afronden van de serie met het omzetten van zijn reputatie, die hij dankzij die serie nog altijd geniet, in nieuw succes. Hij maakte één film, Not Fade Away, die net als The Many Saints of Newark in de jaren zestig speelt. Beide films delen een probleem: Chase heeft verder alleen series gemaakt en probeert het verhaal van minstens één seizoen in een film te proppen. Daardoor heeft de film veel te veel verhaal(lijnen) en blijft vrij oppervlakkig omdat er geen tijd is voor uitdieping en rust.

Daarbij komt dat Chase voortdurend op twee à drie gedachtes hinkt: aan de ene kant wil hij het verhaal vertellen van Dickie Moltisanti, een Italiaanse gangster die worstelt met zijn geweten in het Newark van de jaren zestig, in een tijd van raciale spanningen die de stad verscheuren. Datzelfde gegeven wil hij ook van de andere kant belichten in de vorm van Harold McBrayer, een zwarte gangster die door diezelfde situatie probeert te navigeren. En tot slot wil Chase de film ook nog eens expliciet aan de serie verbinden in de vorm van een hoop jongere versies van personages uit de serie, maar vooral de jonge Tony Soprano en zijn moeder Livia.

Dat levert af en toe aardige momenten op tussen die laatste twee, hoewel die alleen werken als je de serie al kent. Datzelfde geldt voor de meer geforceerde verwijzingen, zoals populaire zinsneden uit de serie. Als je fan bent van de serie is het uiteraard leuk om te horen dat Oom Junior ook toen al vond dat tiener Tony nooit een schoolatleet kan worden, of dat zijn moeder "arme jij" tegen hem zegt, maar het voegt weinig toe en is bovendien wederom alleen leuk als je al fan was.

Alles rondom de jonge Tony is enkel interessant in de context van de serie. Op zichzelf staand is het vrij nietszeggend en voelt het als een geforceerde eis van HBO/Warner. 'Fanservice' was juist iets waar Chase niet aan deed tijdens The Sopranos. De introducties van jonge versies van Paulie, Silvio en Pussy nemen bijvoorbeeld alleen maar kostbare tijd in, en de acteurs komen ook niet verder dan flauwe imitaties.

Niet alleen qua schrijfwerk haalt de film het niet bij de serie, ook de regie is vrij vlak en tv-serieachtig. Het platte, digitale uiterlijk lijkt het product van haast of luiheid, in tegenstelling tot de (voor die tijd opvallend filmische) visuele dynamiek van de serie. Daarnaast wordt netjes democratisch gemonteerd tussen de drie hoofdpersonages, zoals je dat in een serie misschien ook zou doen (regisseur Alan Taylor werkt ook voornamelijk aan series). Hierdoor worden scènes soms arbitrair afgekapt en ontbreekt focus op een hoofdpersonage.

Onder de resulterende rommel ligt ergens wel de kiem van een interessante film, waarin Dickie Moltisanti faalt in zijn pogingen om de cyclus van geweld, die van generatie op generatie overgaat, te stoppen. Hij wil die gewelddadigheid niet overnemen van zijn vader, maar ook niet overdragen aan zijn neef Tony Soprano. We weten al dat dit niet zal lukken, anders was er geen The Sopranos geweest.

Die tragedie levert een paar ontroerende momenten en sterke scènes op, vooral dankzij het acteerwerk van Alessandro Nivola als Dickie, Ray Liotta in een dubbelrol als zijn vader én zijn oom, en de onverwacht goede Michael Gandolfini in de rol waar zijn overleden vader beroemd mee werd. Voor de sterke vrouwenrollen die de serie kenmerkten is weinig tijd, hoezeer Vera Farmiga en Michela de Rossi ook hun best doen met het beperkte materiaal.

De scènes tussen Nivola en Liotta in de gevangenis zijn misschien wel het hoogtepunt van de film, hoewel ook daarvoor geldt dat er niet valt te ontsnappen aan een negatieve vergelijking met de therapiesessies in The Sopranos. Zelfs de pluspunten van The Many Saints of Newark voelen een beetje als mosterd na de maaltijd.