Hoeveel kost het een slachtoffer van seksueel en mentaal misbruik om de stap te zetten en de waarheid te vertellen? Deze vraag houdt talrijke regisseurs bezig, vooral de afgelopen jaren. Dramafilms over dit onderwerp zijn echter al snel kort door de bocht of politiek beladen. De lat ligt dus behoorlijk hoog voor het Belgische sportdrama Julie Zwijgt, over een vijftienjarig tennistalent dat de draad weer moet oppakken in de nasleep van een verstikkend trainingsregime.
De film speelt zich af op een eliteacademie, waar het contributiegeld van gematigd talentvolle rijkeluiskinderen dankbaar wordt ingezet om de échte sterren van morgen naar de tennistop te laten doorstoten. Jonge speelsters die zich positief onderscheiden, krijgen een intensief begeleidingstraject en bouwen een noodzakelijke band op met een toegewezen (privé)trainer. Julie Zwijgt begint als een nieuwe trainer zijn intrede doet, nadat de vorige wegens grensoverschrijdend gedrag uit zijn functie is ontheven.
Wat er precíes gebeurd is, wordt in de tactvolle openingsakte hooguit gefluisterd en nooit direct in beeld gebracht. Het dichtst bij een verkapte flashback komt een verouderd introductiefilmpje van een voormalig academietalent, dat zichzelf enige tijd geleden van het leven beroofde. Het meisje had te maken met dezelfde trainer die zich later ook over Julie ontfermde.
De in opspraak geraakte man mag dan op non-actief zijn gesteld, telefonisch blijkt hij nog altijd contact te onderhouden met de leerlinge die hij het meest koesterde. "Je was toch altijd 'zijn' Julie?", krijgt het meisje te horen als ze de vragen over zijn schorsing probeert te ontwijken. Op haar middelbare school probeert haar mentor vat te krijgen op het feit dat haar cijfers de laatste tijd tegenvallen.
Debuterend regisseur Leonardo van Dijl en zijn ervaren cameraman Nicolas Karakatsanis slagen er in deze en andere scènes doorlopend in om hun schuwe hoofdpersoon te isoleren van haar drukkende omgeving. In beginsel valt het meisje dankzij haar functionele outfits geen moment uit de toon, maar haar verschijning steekt regelmatig af tegen de bleke wanden van haar vaste trainingshal en de aangrenzende gangen.
Is Julie op zichzelf, bijna altijd in benauwende ruimtes, dan is de belichting doorgaans ook behoorlijk donker. Op de buitenbanen baadt Julie juist weer in het licht, maar Van Dijl gebruikt op gezette momenten soft focus om zijn hoofdpersoon van haar omgeving te scheiden. De film maakt dan wel geen gebruik van het bekende 'vierkante' beeldformaat (4:3), maar bij vlagen voelt dat door de begrenzende beeldtaal wel zo.
Als Julie aan het tennissen is, geniet de regisseur de luxe dat hij daadwerkelijk een groot talent heeft gecast. Voortdurend monteren tussen slagbewegingen door, zoals Luca Guadagnino nog tot een kunst verhief in Challengers, is daarom niet nodig. Het bijkomende effect is dat je je kunt laten meezuigen in de eentonigheid van Julies trainingsroutine. Juist op momenten dat de film door de herhaalde bewegingen 'saai' wordt, ontstaat er ruimte om haar drive te doorgronden en voorzichtig in haar stormachtige gedachten te kruipen.
Het is een klein wonder dat hoofdrolspeelster Tessa van den Broeck zonder aanwijsbare acteerervaring al zo volwassen oogt in haar non-verbale spel. De titel van de film is veelzeggend: Julie Zwijgt draait om een situatie waarin iedereen weet dát er iets gebeurd is, maar het praten achterwege blijft. Waarom dat zo is, laat het meisje alleen impliciet doorschijnen. Wil ze niet? Kan ze niet? Hoe noodzakelijk is het eigenlijk om die vragen in Julies plaats te kunnen beantwoorden?
Dat Julie zwijgt, maakt haar absoluut geen medeplichtige. Het toont vooral de complexiteit van haar verwerkingsproces aan. In tijden van #MeToo is het een verademing om op een drama te stuiten dat niet meegaat in de gepolitiseerde aanmoedigingscultuur van typische Hollywoodtitels zoals Bombshell en She Said. Julie Zwijgt is geen doorzichtige 'boodschapfilm', maar een empathische karakterstudie die observaties boven duidelijke antwoorden verkiest.
Door de focus op sport en het gegeven van een ongezonde verhouding tussen een volwassen leraar en zijn veel jongere leerlinge, doet Julie Zwijgt sterk denken aan Slalom, een thematisch gelijkaardige film die een paar jaar terug al in Nederland werd uitgebracht. Wat deze Belgische Oscarinzending (helaas zonder succes) onderscheidt, is de subtiliteit waarmee Van Dijl het misbruik duidt en verbeeldt. Slalom liet het fysieke contact tussen leraar en leerlinge zien, Julie Zwijgt doet dat niet. In het drama met Jérémie Renier zat de meeste betekenis verpakt in de dialogen, in dit Belgische debuut zit die vooral in de beeldtaal.
Er is weinig reden om de bioscoopzaal na het kijken van dit indringende drama opgewekt te verlaten, en toch bevat Julies verhaal gedoseerde sprankjes van hoop. Van de vriendengroep die om haar heen staat tot de goedbedoelde inspanningen van haar nieuwe trainer, aangevuld met het warme weerzien met haar moeder na een mooie zomermiddag: in de marge van het opgekropte ongemak zijn genoeg kleine geluksmomenten te vinden. Het leven staat stil en gaat tegelijkertijd gewoon door. De rijke verbeelding van die tegenstelling schept uiteindelijk een bescheiden meesterwerk.