Minutenlang zien we, vanuit het perspectief van de bestuurder, een auto over verlaten plattelandsweggetjes glijden. Geruisloos en in een constant, gedecideerd tempo, wat een bepaald onbehagen oproept. Een onbehagen dat in de verte herinnert aan die briljante openingsscène uit The Shining, waar een helikopter minutenlang boven eenzame bergpassen vliegt.
De bestuurder van die auto is Jérémie, een veertiger die naar een klein dorp afgereisd is om de begrafenis bij te wonen van een bakker voor wie hij lang geleden werkte. Jérémie was voor de familie duidelijk meer dan alleen een werknemer. Kersverse weduwe Martine staat er namelijk op dat hij nog een paar dagen blijft logeren, wat Jérémie na enig aarzelen doet.
Martines zoon Vincent is daar niet blij mee, op zijn zachtst gezegd. Wat er tussen hem en Jérémie heeft voorgevallen blijft onduidelijk, maar hun omgang is broeierig homo-erotisch en, in toenemende mate, vijandig. Dat wordt erger als Jérémie de banden aanhaalt met Walter, een zonderlinge keuterboer uit het dorp met wie zowel Vincent als Jérémie een verleden heeft. En dan is er ook nog dorpspastoor Philippe, die te pas en te onpas opduikt en op zijn beurt ook een fascinatie lijkt te hebben voor Jérémie.
Wie is deze mysterieuze Jérémie, die de onderlinge verhoudingen in het dorp zo op scherp zet? Hij oogt zo onschuldig, op het slome af zelfs, maar instinctief voel je dat onheil nadert. Al was het maar vanwege die licht verontrustende openingssequentie. Een schokkende gebeurtenis op een derde van de film lijkt het plot voort te stuwen, maar helaas. Alain Guiraudie, de ontregelende regisseur en scenarist, bekend van het zeer expliciete L'Inconnu du Lac (2013), flirt met genrecinema, maar heeft met Miséricorde duidelijk iets anders voor ogen.
De regie is droog. Niet kúrkdroog, een adjectief dat doorgaans in positieve zin gebruikt wordt, maar droog in de zin van lusteloos, landerig. Bepaalde scènes neigen naar het zwartkomische, maar komen als zodanig niet echt uit de verf. Dat sommige dialogen in de trailer wel werken, maar in de film zelf minder, is wat dat betreft veelzeggend. Miséricorde mist ritme en timing, niet te verwarren met tempo. Het volledig ontbreken van filmmuziek - een stijlkeuze die lang niet altijd werkt - helpt ook niet.
De onderlinge relaties tussen en de seksuele identiteiten van vrijwel alle personages zijn ambigu, wat verfrissend is en nieuwsgierigheid wekt. Naarmate het verhaal vordert, begint het alleen wel een beetje een trucje te worden. Dat ook pastoor Philippe niet vies is van de Griekse beginselen, zou misschien lollig of subversief kunnen zijn, maar het voelt ook een beetje als makkelijk scoren.
Miséricorde kent een aantal sterke scènes en heeft een intrigerende premisse, maar buit die niet uit. De film is uiteindelijk vooral een anti-thriller, ongetwijfeld precies zoals Guiraudie voor ogen had. Een zwarte komedie voor wie het erin wil zien, die speelt met verwachtingen, maar uiteindelijk bezwijkt onder z'n eigen ambiguïteit.