Amour Fou
Recensie

Amour Fou (2014)

Prachtig gestileerd en opzettelijk kil portret van een dichter die een dubbele zelfmoord als de ultieme liefdesdaad ziet.

in Recensies
Leestijd: 2 min 21 sec
Regie: Jessica Hausner | Cast: Birte Schnoeink (Henriette), Christian Friedel (Heinrich), Stephan Grossmann (Friedrich Louis Vogel), e.a. | Speelduur: 96 minuten | Jaar: 2014

Een gesprek tussen een dichter en zijn nicht neemt opeens een heel ongemakkelijke wending in Amour Fou. Heinrich von Kleist houdt zo veel van Marie dat hij samen met haar zelfmoord wil plegen. Marie lacht eerst om het voorstel, maar merkt dan dat het bloedserieus bedoeld is. Met een beleefde glimlach staat ze op. Heinrich blijft er echter van overtuigd dat hij de juiste manier heeft gevonden om uit het leven te stappen.

Doodgaan door gelijktijdig te sterven, dat is pas echte liefde en dat is waar alles om zou moeten gaan, vindt de dichter. Misschien dat Marie het niet ziet zitten, maar dan vindt hij wel iemand anders. Voor de getrouwde Henriette begint hij ook gevoelens te krijgen, dus wellicht wil zij wel deelnemen aan zijn plan.

De opzet van Amour Fou is bizar, maar gebaseerd op een waargebeurd verhaal: in 1811 pleegde Von Kleist echt samen met Henriette Vogel zelfmoord. En als we de persmap van de film mogen geloven, hadden meerdere vrouwen zijn voorstel daarvoor al afgeslagen. Regisseuse Jessica Hausner (Lourdes) had ervoor kunnen kiezen om de psyche van Von Kleist of Vogel (de hoofdpersoon in de film) uit te diepen, maar doet in plaats daarvan vrijwel het tegenovergestelde. Haar film voelt juist extreem klinisch en afstandelijk.

Meeleven is dan ook niet de bedoeling in Amour Fou. Het is geen karakterschets of een aangrijpend kostuumdrama over liefde en doodgaan, maar een film die met een lichte knipoog het holle leven van rijkelui in de negentiende eeuw neerzet. Een bestaan dat zo overloopt van gedistingeerd fatsoen, dat het een wonder is dat Henriette überhaupt ooit een kind heeft gekregen. Haar echtgenoot en zij slapen in losse bedden die alleen met een hoek van het hoofdeind elkaar raken, en spreken elkaar toe in gedecideerde volzinnen.

De aristocraten in Amour Fou vullen hun dagen verder voornamelijk met discussies over hoe schandalig het is dat zij tegenwoordig ook belasting moeten betalen, of luisteren stil en stijfjes naar hoe er in de huiskamer voor de zoveelste keer hetzelfde liedje wordt gezongen. In de liedtekst - over een mooie bloem die niet wordt opgemerkt en sneuvelt onder de voeten van een argeloos oud vrouwtje - zit een boodschap, maar het valt ernstig te betwijfelen of de rijke piefen daar iets van meekrijgen.

Ironisch is het dus dat Heinrich zich vastklampt aan het idee van een ultieme liefdesdaad, in een milieu dat zo gespeend is van affectie en warmte. Diezelfde kilheid is terug te vinden in Hausners filmstijl, met strakke decors en secuur uitgemeten kaders, fraai belicht als in een schilderij van Vermeer. Amour Fou ziet er prachtig uit, maar de opzettelijke kunstmatigheid in de stilering en dialogen, maakt deze intrigerende film ook een pittige zit.